Onderzoek in handelsketens wijst uit dat multinationals naar burgerlijk recht vrijwel onschendbaar zijn. In 2013 kwamen in Bangladesh ruim 1100 fabrieksmedewerkers om bij de ramp in Rana Plaza. De ineenstorting van de textielfabriek heeft in de media geleid tot de vraag naar de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de betrokken Westerse multinationals. “Het huidige recht voorziet nauwelijks in de mogelijkheid multinationals aansprakelijk te stellen in verband met dergelijke rampen verderop in de handelsketen, zoals in het geval van Rana Plaza”. Dat stelt promovenda Louise Vytopil in haar proefschrift “Contractual Control in the Supply Chain: On Corporate Social Responsibility, Codes of Conduct, Contracts and (Avoiding) Liability” dat zij op vrijdag 26 juni zal verdedigen.
Het onderzoek van Vytopil gaat na welke maatregelen diverse Nederlandse, Engelse en Californische multinationals nemen om de bedrijfsvoering van hun handelspartners te reguleren en zodoende Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) in de handelsketen te bevorderen. Vytopil licht toe: “Het risico van aansprakelijkheid voor deze multinationals is momenteel klein, en de bestaande risico’s worden in praktijk effectief weggeschreven in gedragscodes en contracten. Het is dus vrij onwaarschijnlijk dat een rechter tot de conclusie zal komen dat een multinational civielrechtelijk aansprakelijk is in het kader van een dergelijke catastrofe.”
De vraag rijst dan wat het recht te bieden heeft als men MVO-rampen wil voorkomen. Tenzij overheden besluiten nieuwe, verdergaande wetgeving op dit gebied aan te nemen, is het onwaarschijnlijk dat het recht als drijvende kracht zal fungeren om te voorkomen dat een nieuwe Rana Plaza-ramp optreedt.
Datum: vrijdag 26 juni 2015
Tijd: 18.00 – 21.00 uur
Locatie: Academiegebouw, Universiteit Utrecht, Domplein 29
Promotoren: Professor A.L.M. Keirse & Professor M.L. Lennarts