Familiebedrijven investeren in duurzaamheid omdat zij verantwoordelijkheid voelen voor de toekomstige generaties. Anders dan bij niet-familiebedrijven laten ze zich minder leiden door externe factoren als financiers, wetgeving of concurrentie. Dat blijkt uit het onderzoek van accountancy-, belastingadvies-, en consultancyorganisatie RSM en Nyenrode Business Universiteit. Vandaag presenteert prof. dr. Roberto H. Flören (RSM hoogleraar Familiebedrijven & Bedrijfsoverdracht bij Nyenrode) de resultaten. Het onderzoek laat zien dat de drijfveren voor duurzaamheid bij familiebedrijven hoofdzakelijk komen uit innerlijke passie en niet uit opgelegde urgentie. Hierdoor drukken familiebedrijven hun duidelijke stempel op het duurzaamheidsbeleid van ondernemend Nederland.
Familiebedrijven kenmerken zich door lange-termijn perspectief, rentmeesterschap en een hechte band met het personeel en de regio. Dit sluit goed aan op duurzaam ondernemen. Uit het onderzoek, waar 239 directeuren van Nederlandse bedrijven aan meewerkten, blijkt dat vooral goed bestuur (voorbeeldgedrag en aanpak onethisch gedrag door directie en eigenaren) en sociale duurzaamheid (gezondheid werknemers, diversiteit en maatschappelijke initiatieven) een belangrijke rol spelen in de bedrijfsvoering. Familiebedrijven vinden het significant belangrijker om bij te dragen aan maatschappelijke initiatieven zoals sponsoring en steun aan goede doelen dan niet-familiebedrijven. Het zijn daarbij vooral de eigenaren van familiebedrijven die een belangrijke rol spelen. Voor hen heeft het bedrijf een symbolische waarde, waardoor ze een sterke maatschappelijke verantwoordelijkheid voelen en iets willen terug geven aan de maatschappij.
Minder dividend
De eigenaren onderscheiden zich bijvoorbeeld doordat een groot deel van hen (68,9 procent) bereid is om met minder dividend genoegen te nemen als deze gelden worden aangewend voor investeringen in duurzaamheid. Laura Bles-Temme, partner bij RSM en mede-auteur van het onderzoeksrapport stelt, “De meeste familiebedrijven zien de langetermijnvoordelen en ervaren weinig belemmeringen om duurzaamheidsbeleid door te voeren. Wel ontbreekt het hen soms aan kennis, met name op het gebied van subsidiemogelijkheden en meetbaarheid van het rendement van duurzaamheid. Daarnaast vinden ze het lastig om de overgang naar duurzaam ondernemen gestructureerd aan te pakken.”
Duurzaamheidsindex
Tussen familiebedrijven zijn verschillen in succes qua duurzaamheid. Roberto Flören, hoogleraar bij Nyenrode legt het als volgt uit, “in het onderzoek hebben wij een duurzaamheidsindex ontwikkeld waardoor wij de familiebedrijven die ver gevorderd en succesvol zijn met duurzaamheid (koplopers) kunnen onderscheiden van de minder succesvolle (achterblijvers). Bij de koplopers is het duurzaamheidsbeleid meer gedreven door het belang dat klanten en werknemers eraan hechten, de aansluiting op familiewaarden van de eigenaren en omdat zij zich verbonden voelen met hun regio. Daarnaast stellen de koplopers dat duurzaamheid op lange termijn betere (financiële) prestaties oplevert. Dit onderzoek toont aan dat het absoluut loont om duurzaamheid hoog op de strategische agenda te hebben staan en ook daadwerkelijk te implementeren in de bedrijfsvoering.”
Foto: Barenbrug