Ook de reiswereld zoekt naar methoden om de CO2-uitstoot van haar activiteiten te verminderen. Daarvoor heeft men o.a. de Carbon Management Calculator ontwikkeld. Onderzoek van Wageningen Universiteit laat echter zien dat dit niet de definitieve oplossing is. “Technologische innovatie alleen is niet genoeg. Zelfregulering alleen gaat er niet voor zorgen dat de CO2-uitstoot van de reissector daalt,” aldus promovendus Harald Buijtendijk van de leerstoelgroep Culturele Geografie van Wageningen Universiteit.
De onderzoekers hebben een nieuwe aanpak ontwikkeld waarmee wetenschappers en beleidsmakers eco-innovatieprocessen beter kunnen begrijpen. De nieuwe aanpak biedt een gebruiksvriendelijk toetsingskader van generieke analytische vragen. Het voordeel van de nieuwe aanpak is dat het gebruikers nieuwe mogelijkheden toont om milieuvriendelijke producten en technologieën in bestaande bedrijfsprocessen te integreren en consumentenacceptatie te creëren.
Eco-innovatie wordt gezien als een belangrijke stimulator van duurzaamheidstransities. Eco-innovatie draait echter om veel meer dan het bedenken en bouwen van nieuwe technologie: eco-innovatieprocessen zijn pas succesvol als zij gevestigde productie en consumptiepatronen veranderen. De onderzoekers ontdekten dit toen zij hun aanpak testten in een onderzoek naar een specifiek, door producenten geïnitieerd, eco-innovatieproces: de ontwikkeling van CARMACAL. Dit is een initiatief vanuit de Nederlandse reisbranche om een online Carbon Management Calculator voor touroperators te ontwikkelen.
Structurele emissiereducties zijn essentieel voor duurzaamheidstransitie in deze sector, maar met 6.8 miljoen vliegvakanties in 2016 is deze sector sterk afhankelijk van de luchtvaart. Hiernaast compliceert politieke besluiteloosheid het formuleren van duidelijk en effectief klimaatbeleid voor de reisbranche. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Sustainable Tourism. Het onderzoek levert belangrijke bijdragen aan huidige discussies over de rol van de reissector in de luchtvaartgroei in Nederland, de uitbreiding van Schiphol met Lelystad Airport en de impact van toerisme op de kwaliteit van het leven.
Het onderzoek verklaart waarom een eco-innovatie als CARMACAL – ontwikkeld tussen 2013 en 2015 binnen de beschermende kaders van een gesubsidieerd project – er tot nu toe niet in is geslaagd de gevestigde routines van touroperators te veranderen. “Technologische innovatie alleen is niet genoeg,” zegt Harald Buijtendijk. “Ons onderzoek naar CARMACAL laat zien hoe deze nieuwe technologie touroperators confronteerde met onplezierige keuzes die verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor hun bedrijfsvoering”.
Het onderzoek laat zien hoe CARMACAL touroperators hielp bij het identificeren van verschillende carbon management strategieën met tegenstrijdige implicaties voor mens, bedrijf en planeet. De strategieën die de meeste steun kregen van de reisbranche, zoals CO2 compensatie en carbon labelling, doen het minst om de klimaateffecten van pakketvakanties te verminderen en omgekeerd. Volgens Buijtendijk laat dit zien dat de reisindustrie haar grenzen heeft bereikt als het gaat om het vrijwillig verantwoordelijkheid nemen voor de eigen klimaatimpact: “Het sprookje dat maatschappelijk verantwoord ondernemen, oftewel, zelfregulering ter voorkoming van wetgeving, bedrijven als touroperators in staat stelt een ingewikkeld probleem als klimaatverandering het hoofd te bieden, is uit.” Buijtendijk benadrukt dat effectief overheidsingrijpen nu echt nodig is: “Zelfregulering alleen gaat er niet voor zorgen dat de CO2-uitstoot van de reissector daalt.” De onderzoekers wijzen er op dat nieuwe technologieën als CARMACAL effectiever zijn wanneer ze onderdeel zijn van gecoördineerd beleid.
De onderzoekers concluderen dan ook dat er een slimme mix moet komen van beleidsmaatregelen om de geïntegreerde productie en consumptie van eco-innovaties te stimuleren. Harald Buijtendijk: “Touroperators exploiteren zogenaamde generieke assets waar geen duidelijke klimaatwetgeving voor bestaat. Transitieliteratuur laat zien dat bedrijven onder dergelijke omstandigheden geneigd zijn de gevestigde modus-operandi te beschermen in plaats van risico te nemen en consumentenacceptatie te creëren voor nieuwe producten of technologieën.” De onderzoekers bevelen daarom concrete beleidsmaatregelen aan die de bijdrage van eco-innovaties als CARMACAL aan duurzaamheidstransities bevorderen. Door de overheid gefinancierde innovatieprogramma’s moeten het uitvinden van nieuwe technologieën verbinden aan concrete marktexperimenten.
Buijtendijk: “Een nieuwe technologie als CARMACAL nodigt mensen uit om nieuwe, creatieve reisproducten en diensten te ontwikkelen. Om dat effectief te kunnen doen, moeten eco-innovatieprojecten vanaf het begin commerciële en technische expertise mixen en consumenten actief betrekken, want zij zijn de eindgebruikers.” Door de overheid gefinancierde innovatieprogramma’s zouden dus effectiever kunnen zijn wanneer ze naast technologische inventiviteit, betrokkenen stimuleren om te experimenteren met nieuwe toepassingen van de ontworpen technologieën en de nadruk leggen op gezamenlijk leren.