Er is wetgeving nodig op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) om écht impact te kunnen hebben. Maar deze wetgeving moet dan wel op Europees niveau tot stand komen. Dat stellen MKB-Nederland en VNO-NCW woensdag tijdens een rondetafelgesprek over IMVO in de Tweede Kamer.
Geen marktnadeel
‘Alleen wanneer bedrijven krachten bundelen en hun collectieve marktmacht gebruiken is daadwerkelijke impact te maken in de toeleveringsketens’, zeggen de ondernemersorganisaties. Om die samenwerking te realiseren is wetgeving nodig. Ook omdat de koplopers onder de bedrijven op IMVO-gebied dan geen marktnadeel ondervinden van de achterblijvers. ‘Europese bedrijven mogen ook niet van de markt geveegd worden door bedrijven van buiten de EU die de bestaande VN- en OESO-richtlijnen naast zich neerleggen.’
Gelijk speelveld
MKB-Nederland en VNO-NCW vinden dan ook dat bedrijven van buiten de EU die de Europese markt willen betreden, ook onder de Europese IMVO-wetgeving moeten vallen. Zo krijgen die bedrijven ook op hun eigen thuismarkten een belang om hun gedrag aan te passen, en wordt de impact van IMVO vergroot.
Beter dan lappendeken
Europese wetgeving voorkomt een ‘lappendeken’ van 27 afzonderlijke IMVO-regimes. Die zouden leiden tot een onwerkbare praktijk omdat die allemaal moeten worden toegepast op leveranciers in dezelfde keten, aldus de ondernemersorganisaties. Om die reden is ook uniform toezicht op EU-niveau nodig. MKB-Nederland en VNO-NCW vragen nadrukkelijk aandacht voor het mkb. Ook bij Europese wetgeving dienen de administratieve lasten voor die groep bedrijven zo laag mogelijk te zijn.