De nieuwe Wet ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven (zoals de Kip van Morgen) is door staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) aan de Tweede Kamer gestuurd. De wet schept meer ruimte door de mogelijkheid te bieden om een initiatief een wettelijke status te geven. Hierdoor kunnen breed gesteunde duurzame diensten en producten beter en sneller van de grond komen. Als op basis van het wetsvoorstel een duurzaamheidsmaatregel wordt voorgesteld, maar er geen draagvlak is onder de ondernemers die hieraan moeten voldoen, zal deze maatregel niet doorgaan. Partijen die deze maatregel willen, zullen dan een andere weg moeten vinden.
Het bedrijfsleven uit de landbouw kan de wet gebruiken om eigen duuurzaamheidsinitiatieven in te dienen op gebied van dierenwelzijn, diergezondheid, duurzame energieproductie of -besparing en de vermindering van uitstoot van broeikasgassen. Initiatieven worden door de regering beoordeeld en zo mogelijk omgezet in regelgeving.
Indiener van duurzaamheidsplan moet nut aantonen
De nieuwe wet biedt marktpartijen de mogelijkheid afspraken te maken en die in regelgeving te vatten. Vervolgens moet die regelgeving door de minister worden beoordeeld. Als de regering de duurzaamheidsinitiatieven ondersteunt, de regels passen binnen de geldende Europese wetgeving en de initiatieven ook in het algemeen belang zijn naar het oordeel van de regering, dan kunnen ze worden ingevoerd. De Tweede Kamer wordt betrokken bij de invoering van de regels.
De wet biedt de mogelijkheid om duurzaamheidsinitiatieven eerst op regionale schaal uit te testen en ze daarna in heel Nederland uit te rollen. Als het nodig is voor een bepaalde regio een landelijke regeling te maken, kan dat ook.
Wie het plan heeft voor een duurzaamheidsinitiatief dat voor iedereen moet gaan gelden, moet laten zien dat er draagvlak is. Bovendien moet ook worden aangetoond dat het voordeel (bijvoorbeeld duurzaamheidsbelang) opweegt tegen het nadeel (bijvoorbeeld een hogere consumentenprijs).
Directe aanleiding voor de wet is dat de bestaande regels voor mededinging duurzaamheidsinitiatieven in de kiem kunnen smoren. Supermarkten, pluimveeslachterijen en pluimveehouders konden vanwege de regelgeving geen afspraken maken over duurzaam geproduceerde kip (Kip van Morgen). De textielsector had te maken met soortgelijke belemmeringen.