De westerse wereld kan leren van niet-westerse welzijnsbegrippen en de doorwerking daarvan in het recht. Dat stelt Dorine van Norren op grond van het proefschrift dat ze op 18 december verdedigt aan Tilburg University. Wederkerigheid tussen mens en natuur en tussen mensen onderling speelt een belangrijke rol in niet-westerse filosofie, maar dat idee komt slechts mondjesmaat terug in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties.
Van Norren schreef een kritiek en aanvulling op het gedachtegoed van de econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen. In het boek Development as Freedom beargumenteerde Sen dat de economische wetenschap gaat over het overwinnen van onvrijheden van de mens, die zijn rechten moet kunnen actualiseren zodat hij tot een zinvol ‘zijn en doen’ kan komen. Volgens van Norren ontbreekt in deze visie vanuit niet-westerse filosofisch perspectief het element van wederkerigheid. Niet ‘vrijheid is vooruitgang’ (de Nederlandse titel van Sen’s boek), maar wederkerigheid of dienstbaarheid is vooruitgang. De natuur maakt deel uit van deze wederkerigheid.
Voor haar onderzoek bestudeerde Van Norren de Afrikaanse traditie van Ubuntu (ik ben omdat wij zijn), de Boeddhistische leer van het Bruto Nationaal Geluk en de Indiaanse wijsheid van Sumak Kawsay (Quecha) en Buen Vivir (Spaans), de wijze van de goede manier van leven. Ze reisde naar Zuid-Afrika, Bhutan en Ecuador, waar ze onderzocht hoe niet-westerse filosofie doorwerkt in de grondwet en de rechtspraak, het binnenlandse en het buitenlandse beleid.
Aarde centraal
Zo maakte ze in Ecuador kennis met natuurjurisprudentie, waarbij de aarde centraal staat in het rechtssysteem en niet de mens. In Bhutans grondwet staat een wettelijk vereist percentage bos en een verplichting van burgers om voor de natuur te zorgen. De grondwet van Zuid-Afrika noemt de toekomstige generaties, die voor Afrikanen vanuit de Ubuntu gedachte automatisch deel uitmaken van de mensheid, samen met de voorouders. Het niet geven van respect aan een mens is een schending van Ubuntu, maar ook misbruik van de aarde. Hiervoor wordt hetzelfde woord gebruikt.
Duurzame Ontwikkelingsdoelen
Dit niet-westerse gedachtegoed heeft slechts mondjesmaat zijn weg gevonden in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties, constateert Van Norren. Deze doelen gaan nog steeds uit van duurzaam ‘gebruik’ van natuurlijke hulpbronnen, in dienst van de mensheid, en niet van een wederkerige relatie tussen mens en natuur. Wel noemt Van Norren het positief dat de doelenset van 2015-2030 voor alle VN-landen geldt en duurzaamheid centraal stelt. Dit gold niet voor de eerdere Millennium Ontwikkelingsdoelen.
Dorine van Norren (1970) studeerde Nederlands en internationaal recht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en de Universiteit van Kaapstad en is gedetacheerd bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen als coördinator voor UNESCO. Ze werkt voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, onder meer bij de afdeling Zuidelijk Afrika en Noord-Amerika, en in Sri Lanka en Turkije. Van Norren vond inspiratie voor het promotie onderzoek tijdens haar studie in Zuid-Afrika en haar reizen voor Buitenlandse Zaken. De directe aanleiding was een rapport dat ze schreef voor de Adviesraad Internationale Vraagstukken over de voor -en nadelen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen (2000-2015). Het viel haar op dat wetenschappers weinig oog hadden voor welzijnstheorie uit het mondiale Zuiden en dat deze soms weinig serieus wordt genomen, mede door angst voor culturele relativering van de mensenrechten. Het promotie onderzoek werd mede gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken en door de Van Tussenbroek Stichting.