Denk je als ondernemer lekker bezig te zijn, krijg je een klacht van een ngo aan je broek omdat je je niet houdt aan internationale mvo-richtlijnen. Niet erg, zegt Herman Mulder. De oud-bankier is lid van het OESO-appèlbureau NCP. ‘Dankzij druk van de samenleving is er veel bereikt.’
‘Bedrijven moeten zich realiseren dat ze niet perfect zijn. Zeg nu eens tegen een ngo of maatschappelijke organisatie: Dank je wel dat je mij op deze misstand hebt gewezen.’ Herman Mulder, een van de vier bemiddelaars bij het Nederlandse OESO-appèlbureau NCP zou het er – uiterst beschaafd – in willen rammen: kritiek op de productieketen is geen schande. ‘Ik heb wel eens van een manager gehoord dat hij hoopte dat hij geen NCP-zaak aan zijn broek zou krijgen. Ik zei tegen hem: Zie het nu als een kans, niet als een straf.’
Mulder zit sinds 2007 in het viermansteam van het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP). Dat behandelt meldingen van ngo’s en vakbonden over mogelijke schendingen door Nederlandse bedrijven van die richtlijnen voor verantwoord ondernemen. De richtlijnen zijn dit jaar precies veertig jaar geleden ingesteld en vorig jaar, met veel inspanning van Nederland, geactualiseerd. Alle landen die ze onderschrijven, hebben – verplicht – een Nationaal Contactpunt, maar het Nederlandse is in zijn onafhankelijkheid uniek. Het Nederlandse NCP heeft meldingen behandeld over onder andere Nuon, Shell, ABP, G-Star en Nidera.
Lees het artikel online in Forum (VNO-NCW)