Zij die het hardst door de klimaatcrisis worden geraakt, hebben hier vaak de minste schuld aan en middelen om mee om te gaan. Dat is de wrange ongelijkheid waar hoogleraar Joyeeta Gupta van Universiteit van Amsterdam aandacht voor vraagt. Met haar werk en onderzoek levert zij een belangrijke bijdrage aan wereldwijde rechtvaardigheid op weg naar duurzaamheid. ‘Zij die de last veroorzaken, moeten hun verantwoordelijkheid nemen.’
Joyeeta Gupta is hoogleraar ‘Environment and development in the global south’ en faculteitshoogleraar Duurzaamheid aan de Universiteit van Amsterdam, en ook co-chair van de Earth Commission. De Earth Commission is een groep vooraanstaande wetenschappers die veilige toekomstdoelen formuleert voor mens en planeet en daarbij rechtvaardigheid centraal stelt. Ook in haar wetenschappelijke onderzoek heeft Gupta veel aandacht voor deze dimensie van klimaatverandering en duurzaamheid. Of het nu gaat om de positie die het Zuiden (‘Global South’) aan de klimaattafels heeft, of de onevenredig grote impact die zij van de klimaatopwarming ervaart. We spraken met Gupta over hoe rechtvaardigheid en duurzaamheid onlosmakelijk aan elkaar verbonden moeten zijn en op meerdere manieren in elkaar ingrijpen.
Recht op voldoende voedsel en energie
Ten eerste is er het basale recht op voldoende voedsel en energie, zoals ook vastgelegd in de duurzame ontwikkelingsdoelen. ‘Voor bijna de helft van de wereld, die van minder dan 5 dollar per dag moet leven, is economische ontwikkeling noodzakelijk om in deze basale behoeften te kunnen voorzien’, legt Gupta uit. ‘Dit staat op gespannen voet met ons oververbruik van de planeet. We moeten de bronnen dus eerlijk gaan verdelen en hier ook op een andere manier mee omgaan. Vooral daar waar mensen meer dan genoeg hebben.’
Gupta pleit er voor landen passende opdrachten te geven in de strijd tegen klimaatopwarming die recht doen aan deze noodzaak van economische ontwikkeling. ‘In het Westen hebben we genoeg rijkdom om economische waarde anders te gaan benaderen dan alleen maar uitgedrukt in geld en groei. Wij kunnen ons welzijn centraal gaan stellen én minder aanspraak op de planeet doen. Maar voor een arm land als Burkina Faso waar welzijn nog wel gekoppeld is aan economische ontwikkeling, ligt de opdracht niet in het verminderen van consumptie, maar verduurzamen en voorkomen dat overconsumptie het eindstation is.’
Rechtvaardig omgaan met (de afbouw van) fossiele brandstoffen
Intussen bevindt het merendeel van de resterende fossiele brandstoffen zich in het Zuiden. ‘Dit betekent dat als we de uitstoot van broeikasgassen terugdringen zoals we hebben afgesproken in het Akkoord van Parijs, de facto de verantwoordelijkheid om de fossiele brandstoffen niet meer te gebruiken bij het Zuiden komt te liggen. En dit is oneerlijk voor hen’, stelt Gupta. ‘Bovendien blijven westerse bedrijven, waaronder onze pensioenfondsen, en overheden nog steeds investeren in fossiele brandstofprojecten in het Zuiden, in plaats van duurzame energie betaalbaarder te maken.’ Gupta noemt dit problematisch omdat het Zuiden zo wordt vastgezet in een fossiele economie, of met gestrande activa achterblijft als dergelijke projecten straks voortijdig worden afgebouwd.
Eerlijke verdeling van de schade
Een ander aspect van rechtvaardigheid geldt de verdeling van de schade die door vervuiling en klimaatopwarming wordt veroorzaakt. ‘Wie het hardst wordt geraakt, is niet de bron van al die klimaatellende. We moeten weten welke delen van de planeet als eerste gevaar lopen en op basis daarvan bepalen hoe we planeet en mens veiligstellen.’
Al waren we deze zomer ook in Europa geraakt door overstromingen en natuurbranden, er is nog steeds een sterke Noord-Zuid scheiding wat betreft de impact van klimaatopwarming stelt Gupta. ‘Het Zuiden wordt veel zwaarder geraakt en ervaart groot milieuonrecht.’ Bovendien heeft het Noorden veel meer middelen om met de gevolgen van klimaatopwarming om te gaan, voegt Gupta hier aan toe.
Om een rechtvaardige duurzame wereld te realiseren, hebben we volgens Gupta een ‘no-harm strategie’ nodig: je schaadt anderen niet en als dit wel gebeurt, draag je hiervoor de verantwoordelijkheid. ‘De concentratie rijkdom in de fossiele industrie is gigantisch. Alle bedrijven in deze sector kunnen en moeten hun verantwoordelijkheid nemen, tot de producenten van de gasfornuizen aan toe’, stelt Gupta. Een groot probleem noemt Gupta hierbij de groeiende rol van multinationals die veel geld en macht hebben, ‘vaak meer dan regeringen’, maar weinig belang bij een eerlijke verdeling van de schade.
Beleidsmakers staan meer open
Wat Gupta opvalt is dat beleidsmakers nu meer open staan voor het gesprek over wereldwijde rechtvaardigheid dan 10 jaar geleden. ‘Ik voer nu vaker gesprekken over de onrechtvaardige impact van klimaatopwarming. Ook is er meer openheid te praten over het falende model van economische groei.’ Er is dus bereidheid om te luisteren stelt Gupta maar die vertaalt zich nog niet naar handelen. ‘We moeten ons verhaal zo communiceren dat deze politiek breed aanslaat. Hoe gaan we van een model van economische groei naar een van welzijn, en hoe gaan we dit betalen?’
Dit artikel is eerder verschenen op de website van Universiteit van Amsterdam