In de vorige overleggen over dit onderwerp heb ik mijn visie op Duurzaam Ondernemen al gegeven. Dat ga ik niet overdoen. Ik prijs de Staatssecretaris oprecht voor het enthousiasme waarmee zij duurzaam ondernemen promoot. Zoals zij weet geloof ook ik dat het in het belang van veel bedrijven zélf is om duurzaam ondernemen in het hart van bedrijfsstrategie te plaatsen. Ik heb ook de tekst van de speech gelezen die zij bij de Conferentie in Maastricht heeft uitgesproken. Ik kan mij daar in vinden en heb er niet veel aan toe te voegen.
Toch blijft er een zweem van vaagheid rond dit onderwerp hangen. Voor grote bedrijven niet. Daar hebben ze speciale mensen die zich hiermee bezig houden. Maar kom een kleine ondernemer die zijn hoofd boven water probeert te houden hier maar eens mee aan. Tien tegen één dat hij zegt; ‘hebben jullie niets anders te doen in den Haag?’ Maar heeft hij wel eens gedacht aan het bedrijf dat duurdere flat-screens kocht maar daarmee tegelijk veel energie bespaarde en dus kosten? Of het bedrijf dat investeerde in milieu-maatregelen en daarmee zijn energie-gebruik met 28% verminderde en het watergebruik met 45%? Zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Dit kun je duurzaam ondernemen noemen, maar het is gewoon gezond ondernemersverstand, gewoon ondernemerschap. In dit soort taal moeten wij er ook over spreken. Dan is het opeens een stuk minder vaag.
Hier moet het Kenniscentrum een rol gaan vervullen in voorlichting en kennisoverdracht. Mij is nog steeds niet duidelijk wanneer we kunnen zeggen dat het Kenniscentrum een succes is. Kan de Staatssecretaris dat nu eens klip en klaar schetsen? En hoe gaat zij voorkomen dat het Kenniscentrum als gesubsidieerd instituut gaat concurreren met commerciële adviesbedrijven die in de markt hun diensten op dit terrein al aanbieden? Het Kenniscentrum moet eindig zijn. Het moet op een gegeven moment stoppen of zijn eigen broek in de markt ophouden. Ik neem aan dat de subsidies jaarlijks worden afgebouwd en dat de Kamer een jaarlijks rapport over de activiteiten en resultaten ontvangt? Graag een verduidelijking over de strategie.
In het rapport ‘Transparantiebenchmark’ zegt de Staatssecretaris dat zij duurzaam ondernemen uit de sfeer van vrijblijvendheid wil halen. En bedrijven die niet voldoende meedoen krijgen een brief en ook nog een persoonlijk telefoontje van de Staatssecretaris. Zij bedoelt hiermee toch niet serieus te zeggen dat zij weer nieuwe regeltjes gaat maken waaraan bedrijven moeten voldoen? Ik kan haar voorbeelden geven van jaarverslagen die door bedrijven worden gemaakt maar door niemand worden opgevraagd. Als duurzaam ondernemen inderdaad goed is voor bedrijven zelf, hoeft dit niet bij wetgeving te worden afgedwongen. De VVD vindt dit in ieder geval niet nodig. Sterker: het staat volstrekt haaks op het Kabinetsbeleid om de administratieve lastendruk te verminderen. Ik zou dus willen zeggen: wees enthousiast, stimuleer en faciliteer, maar laat de verantwoordelijkheid daar waar die thuishoort: bij de bedrijven zelf.
De Staatssecretaris kondigt verder aan dat Economische Zaken een duurzaamheidsverslag zal uitbrengen. Kan zij mij aangeven wie daarom heeft gevraagd? Of wordt dit weer zo’n glossy folder waarover iedereen zijn waardering uitspreekt en dat vervolgens in een la verdwijnt? De VVD fractie heeft daaraan geen behoefte.
Ik begrijp overigens wél dat de Staatssecretaris popelt om ook zelf het goede voorbeeld te geven. En wat mij betreft kan dat ook, maar niet via glossy folders. De Staatssecretaris kan een hele essentiële rol vervullen om duurzaam ondernemen te stimuleren. Om te beginnen door ervoor te zorgen dat ondernemers kúnnen ondernemen en winst te maken. Want daar zijn ze voor. Geen duurzaam ondernemen zonder een gezonde onderneming. Ik hoef haar er slechts aan te herinneren dat de bedrijfsinvesteringen de afgelopen 3 jaar fors zijn gekrompen, dat de economische groei in Nederland achterblijft bij het Europees gemiddelde, dat de werkloosheid veel sterker is gestegen dan in de rest van Europa, het BBP veel minder groeit dan in andere landen en in 2003 29% méér bedrijven failliet gingen dan in 2002. Winkels gaan dicht in achterstandswijken waardoor het welzijnsniveau nog verder daalt. Het starten van een bedrijf in Nederland is vaak moeilijk door de ellenlange vergunningprocedures. De veiligheid van winkels en het personeel staat onder druk. Het permanent in dienst nemen van personeel wordt bemoeilijkt door inflexibele bepalingen in het arbeidsrecht. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Hoe maatschappelijk verantwoord is dit alles eigenlijk?
Als de Staatssecretaris een maatschappelijk verantwoorde bijdrage wil leveren dan moeten zij en haar Kabinet deze maatschappelijk zeer ongewenste trends ombuigen. Gezonde bedrijven zijn de kurk waar Nederland op drijft. Ik heb liever dat zij dáár al haar energie aan besteed dan aan het maken van een glossy folder. Dan help je Nederland pas écht verder.