Op donderdag 5 april is de Vrede van Nijmegen Penning uitgereikt aan Paul Polman, CEO van Unilever. Dit gebeurde tijdens een speciale academische zitting in de St. Stevenskerk in Nijmegen. Paul Polman ontving in aanwezigheid van minister Kaag, leden van de Eerste en Tweede Kamer, ambassadeurs uit betrokken landen en ongeveer 500 andere gasten de onderscheiding uit handen van burgemeester Bruls van Nijmegen.
Paul Polman ontving de penning vanwege zijn inzet, zowel op nationaal als internationaal niveau, voor een meer duurzame planeet. Hiermee bevordert hij een vredig en toekomstbestendig Europa. Tijdens de zitting werd het laudatio uitgesproken door minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, waarna Paul Polman de Vrede van Nijmegen lezing hield en een dialoog aanging met de gasten. Na afloop heeft Paul Polman in het stadhuis te Nijmegen het Boek van de Stad getekend.
De Vrede van Nijmegen
Met de Vrede van Nijmegen kwam er in 1678 een tijdelijk einde aan de oorlogen die Europa teisteren. In de Waalstad sloten onder meer Spanje, Frankrijk, Zweden, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en het Heilige Roomse Rijk vredesverdragen om verschillende oorlogen op het Europese continent te beëindigen. In veel Europese landen heeft de Vrede van Nijmegen een plaats gekregen in de geschiedenisboeken als een cruciaal moment in de Europese geschiedenis.
De Vrede van Nijmegen Penning
De Vrede van Nijmegen Penning is een tweejaarlijkse onderscheiding die wordt uitgereikt aan een internationale hoofdrolspeler die zich ingezet heeft voor Europa. Het is de vijfde keer dat de Vrede van Nijmegen Penning wordt uitgereikt. In 2010 mocht Jacques Delors de penning in ontvangst nemen. In 2012 ging de eer naar Umberto Eco. In 2014 viel de eer te beurt aan eurocommissaris Neelie Kroes en in 2016 kreeg het Europese Hof voor de Rechten van de Mens de onderscheiding.
Initiatiefnemers
De Vrede van Nijmegen Penning is een initiatief van de gemeente Nijmegen, de Radboud Universiteit Nijmegen en NXP Semiconductors N.V. en wordt ondersteund door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Foto: Mathijs Hanekamp