Europse Commissievoorzitter Ursula von der Leyen heeft in haar jaarlijkse Europese ’troonrede’, de State of the European Union, benadrukt dat Europa groei en duurzaamheid wil laten samengaan.
EUROPESE GREEN DEAL
Geachte leden van het Parlement,
Vier jaar geleden was de Europese Green Deal ons antwoord op de roep van de geschiedenis.
En deze zomer — de warmste ooit in Europa gemeten — heeft ons nog eens met de neus op de feiten gedrukt.
Griekenland en Spanje kregen te maken met verwoestende bosbranden, om slechts een paar weken later opnieuw getroffen te worden door zware overstromingen.
We waren getuige hoe extreme weersomstandigheden kunnen leiden tot chaos en dodelijke slachtoffers— van Slovenië tot Bulgarije en overal in onze Unie.
Dit is de realiteit van een planeet die haar kookpunt heeft bereikt.
De Europese Green Deal is ontstaan uit de noodzaak om onze planeet te beschermen.
Maar hij was ook bedoeld als een kans om onze toekomstige welvaart in stand te houden.
Wij hebben bij de start van ons mandaat gekozen voor een langetermijnperspectief met de klimaatwet en de doelstelling voor 2050.
We hebben de klemtoon binnen de klimaatagenda verschoven naar het economische.
Dit gaf ons een duidelijke koers voor investeringen en innovatie.
En we hebben al gezien dat deze groeistrategie vruchten afwerpt op korte termijn.
De Europese industrie laat elke dag zien dat zij klaar is om deze transitie aan te sturen.
Zij laat zien dat modernisering en decarbonisatie hand in hand kunnen gaan.
De afgelopen vijf jaar is het aantal schone staalfabrieken in de EU gestegen van nul tot 38.
We trekken nu meer investeringen in schone waterstof aan dan de VS en China samen.
Morgen ben ik in Denemarken om samen met premier Mette Frederiksen getuige te zijn van die innovatie.
We zullen er het eerste containerschip dopen dat wordt aangedreven door schone methanol uit zonne-energie.
Dit is de kracht van Europa’s reactie op de klimaatverandering.
De Europese Green Deal biedt de nodige kaders, stimulansen en investeringen, maar het zijn de mensen, de uitvinders en de ingenieurs die zorgen voor de oplossingen.
En daarom, geachte Parlementsleden,
blijft in deze volgende fase van de Europese Green Deal één ding ongewijzigd.
We blijven de Europese industrie gedurende deze hele transitie steunen.
We zijn van start gegaan met een pakket maatregelen — van de verordening voor een nettonulindustrie tot de verordening inzake kritieke grondstoffen.
In het kader van onze industriestrategie kijken we wat de risico’s en behoeften zijn van elk ecosysteem in deze transitie.
We moeten dit werk afmaken.
En daarmee moeten we voor elk industrieel ecosysteem een aanpak ontwikkelen.
Daarom houden we vanaf deze maand een reeks dialogen met de industrie over de transitie naar schone energie.
Het hoofddoel is elke sector te ondersteunen bij de ontwikkeling van zijn bedrijfsmodel voor de decarbonisatie van de industrie.
Omdat we geloven dat deze transitie van essentieel belang is voor het toekomstige concurrentievermogen van Europa.
Maar daarbij gaat het ook over de mensen en hun huidige banen.
Zo is onze windindustrie een Europees succesverhaal.
Deze staat momenteel echter voor een bijzondere combinatie van uitdagingen.
Daarom zullen we, in nauwe samenwerking met de industrie en de lidstaten, een pakket voor windenergie in Europa voorstellen.
We zullen ervoor zorgen dat vergunningen nog sneller worden afgegeven.
We zullen zorgen voor betere veilingsystemen in de hele EU.
We zullen de nadruk leggen op vaardigheden, toegang tot financiering en stabiele toeleveringsketens.
Maar dit gaat over meer dan één sector.
Van wind tot staal, van batterijen tot elektrische voertuigen, onze ambitie is glashelder: de toekomst van onze schone industrie moet “made in Europe” zijn.
Geachte Parlementsleden,
Zo tonen we dat we met de Europese Green Deal
op koers blijven,
ambitieus blijven,
onze strategie voor groei aanhouden,
en blijven ijveren voor een eerlijke en rechtvaardige transitie!
Dus met een rechtvaardig resultaat voor de toekomstige generaties – om op een gezonde planeet te kunnen leven.
En een rechtvaardig parcours voor iedereen die hier de gevolgen van ondervindt – met fatsoenlijk werk en de plechtige belofte niemand achter te laten.
Denk maar aan banen in de maakindustrie en concurrentievermogen: een uitermate actueel onderwerp.
Onze industrie en technologische bedrijven houden van concurrentie.
Zij weten dat wereldwijde concurrentie goed is voor de zaken.
En ervoor zorgt dat in Europa niet alleen goede banen worden gecreëerd maar ook behouden blijven.
Van echte concurrentie is wel alleen maar sprake als zij ook eerlijk is.
Al te vaak worden onze bedrijven uitgesloten van buitenlandse markten of het slachtoffer van marktondermijnend gedrag.
Zij worden vaak onderboden door concurrenten die torenhoge staatssubsidies krijgen.
We zijn niet vergeten hoe de oneerlijke handelspraktijken van China onze zonnepanelensector hebben geschaad.
Heel wat jonge bedrijven werden uit de markt gedrukt door zwaar gesubsidieerde Chinese concurrenten.
Pioniersbedrijven gingen failliet.
Veelbelovende getalenteerde mensen trokken weg om elders hun geluk te beproeven.
Daarom is een eerlijke wereldwijde economie zo belangrijk, de gevolgen voor levens en bestaansmiddelen zijn aanzienlijk.
Hele sectoren en gemeenschappen zijn ervan afhankelijk.
We moeten dus duidelijk voor ogen houden welke risico’s we lopen.
Neem bijvoorbeeld de elektrische voertuigen.
Die sector is cruciaal voor een schone economie, en heeft een enorm potentieel in Europa.
Maar wereldwijd worden de markten nu overspoeld met goedkopere Chinese elektrische wagens.
De prijs van die wagens wordt met gigantische staatssubsidies kunstmatig laag gehouden.
Dit verstoort onze markt.
En aangezien we dat niet dulden van binnenuit, dulden we dat ook niet van buitenaf.
Vandaag kan ik dan ook aankondigen dat de Commissie een antisubsidieonderzoek start naar elektrische wagens uit China.
Europa staat open voor concurrentie. Maar niet voor een “race to the bottom”.
We moeten onszelf verdedigen tegen oneerlijke praktijken.
Maar even goed moeten wij open communicatielijnen en een open dialoog met China behouden.
Er zijn immers ook thema’s waarover wij kunnen en moeten samenwerken.
De risico’s beperken, niet de banden, dat zal mijn houding zijn tegenover de Chinese leiders op de top EU-China later dit jaar.