Hoe geraken we van een lineaire naar een circulaire economie, van afvalbeleid naar een productbeleid ? Dat was de vraag waarover de Vlaams-Nederlandse Delta afgelopen vrijdag haar jaarlijkse conferentie hield, in het provinciehuis in Antwerpen. Naast hoofdspreker Janez Potocnik, gewezen Europees Commissaris voor Milieu, kwamen ook enkele bedrijven toelichten hoe zij de circulaire economie in de praktijk toepassen. Het ging om Arcelor Mittal, Indaver en Biobased Delta.
Het Vlaams-Nederlands netwerk van provincies en zeehavens had hiervoor niemand minder dan Janez Potocnik uitgenodigd, gewezen Europees Commissaris voor Milieu. Janez Potocnik is nu co-voorzitter van het International Resource Panel van het V.N. Milieuprogramma en adviseerde onlangs nog Frans Timmermans en Charles Michel over het nodige Europees beleid inzake circulaire economie.
Wat is er aan de hand?
Janez Potocnik schetst de 150 deelnemers van Vlaamse en Nederlandse overheden, ondernemers en onderzoekers de sense of urgency met heel sprekende voorbeelden. Zo blijkt uit cijfers dat een auto voor iemand particulier gemiddeld 2 % gebruikt wordt. Mensen hebben geen individuele auto’s nodig, maar mobiliteit. Dus geen lage emissiezone, maar een stadscentrum exclusief voor deelauto’s, dat zijn beleidsmaatregelen die ertoe doen. ‘Mensen hebben geen stoel nodig, ze willen zitten. We hebben geen koelkasten nodig, we moeten ons voedsel kunnen bewaren. We hebben geen pesticides nodig, we hebben velden nodig die beschermd zijn tegen mogelijke ziektes en plagen. En zo’, zegt hij. ‘Kan je doorgaan. Alles wat we doen of hebben, kan vanuit dat standpunt herdacht en ontwikkeld worden.’
Als je met deze logica het hele economische systeem analyseert en hervormt, is er veel mogelijk. Bedrijven worden geen handelaars in producten met een vervaldatum, ze bieden diensten aan en zijn verantwoordelijk voor het goed beheer van de grondstoffen.’
‘Ik ben niet principieel tegen groei, wel tegen hoe we die definiëren. We moeten zo snel mogelijk afstappen van het bruto binnenlands product als graadmeter van groei. Het Bruto binnenlands product is als een kompas met een gebroken naald.’
Als je kijkt naar de groeicurves van kapitaal, inkomen uit arbeid en vervuiling van de voorbije 22 jaar, dan stel je vast dat kapitaal met 100 procent toenam, inkomen uit arbeid gelijk bleef en vervuiling met 40 procent steeg. Met andere woorden: de economische groei waar we zo hoog mee oplopen, is er één waarin kapitaal overgewaardeerd wordt, arbeid ondergewaardeerd en de natuur helemaal niet gewaardeerd.
We kunnen milieu-impact en klimaatschade niet langer uit de tabellen houden. Het zijn geen externaliteiten. Iemand betaalt de prijs. Of het nu het gezondheidssysteem is of toekomstige generaties.
Waarom hebben we in de Europese Unie heldere regels over begrotingstekorten die niet boven de 3 procent mogen liggen, terwijl we nul strikte regels hebben over de uitputting van gronden, het kappen van bomen of het lozen van broeikasgassen? Dat is een fundamentele tegenspraak waarvan ik hoop dat deze Commissie ze oplost.
Europa in een geglobaliseerde wereld
De principes zijn overal gelijk: vermijden, hergebruiken, herstellen, recycleren. Maar de uitvoering zal overal anders zijn, aangepast aan lokale omstandigheden. In een globale economie is het de verantwoordelijkheid van meer ontwikkelde landen anderen te helpen om de sprong te maken naar een gelaagde economie, met sterke lokale markten. Een mijnbouwland heeft alle belang bij diversificatie. Een landbouwland heeft er alle belang bij in te zetten op het duurzaam verbouwen van voedsel.
Het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) en de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) gaven hun visie op de Vlaams Nederlandse situatie en debatteerden hierover samen met Janez Poto?nik en het publiek.
Circulaire economie in de weerbarstige praktijk
Een aantal bedrijfscases lichtten hun praktijk in de circulaire economie toe.
Arcelor Mittal licht toe hoe ze werken naar klimaatneutraal staalmaken en wat daarvoor in hun ogen nodig is. Ze hebben nood aan betaalbare hernieuwbare energie (als groene waterstof) en circulaire koolstof. Uitdagingen zien ze in de ETS koolstofprijs, erkenning van circulaire koolstof als hernieuwbare grondstof, een juridisch kader om afval als grondstof grensoverschrijdend te transporteren en infrastructuur om waterstof en CO2 te verbinden.
Indaver ging in op een investering in de haven van Antwerpen, waarbij ze 1 miljoen ton end-of-life plastic per jaar zullen omzetten naar chemische bouwstenen. Ze pleiten voor uniformiteit binnen Europa in de interpretatie van recyclage versus energierecuperatie, het mogelijk maken van downcycling en export mogelijk maken binnen bijvoorbeeld de Europese markt alleen omdat de omstandigheden van controle van het residu momenteel ontbreken. Daarnaast benadrukt Indaver de nood aan schaal binnen bijvoorbeeld de haven en de organisatie van afvalophaling.
Tot slot kwam de Biobased Delta aan het woord over hun ervaring met de ontwikkeling van hernieuwbare grondstoffen. Voorbeeld dat hierbij aan bod kwam was het omzetten van lignine naar asfalt. Moeilijkheid die deze organisatie benadrukt is dat heel het plaatje moet kloppen om tot economische successen te leiden. Zowel de financiering, de grondstoffen, de uitvoerder, de markt, de technologie, de locatie als het beleid.
Uitrol in de VNDelta
De cases vormden de aanleiding voor een gesprek over mogelijkheden en drempels voor uitrol van de circulaire economie in de VNDelta. De aanwezigen bespraken verschillende invalshoeken: financiering, industrieel initiatief, wetgeving en beleid en tot slot de maatschappelijke inbedding. Hiervoor werd een high level panel samengesteld met: Wouter De Geest (BASF), Gabriëlle Fernandes (masterstudent UGent), Janez Poto?nik (IRP-UNEP), gouverneur Cathy Berx en Jan De Jaeck (ING Sustainable Financing) .
Tot slot
Jaap Smit concludeerde als voorzitter van de Vlaams-Nederlandse Delta dat er leiderschap nodig is om de kudde terug te leiden naar de juiste weg. Hierbij mogen we ons niet laten verleiden om terug te grijpen naar het verleden, maar vol te houden en iedereen te overtuigen dat we nu wel op weg zijn naar een duurzamere toekomst waarin we wel varen binnen de grenzen van onze planeet.