De onderzochte (moeder-)bedrijven zijn ING, Achmea, SNS Reaal, ASR, Delta Lloyd, Aegon, Allianz, APG, Legal&General en Generali. Het onderzoek richt zich op levensverzekeraars omdat zij over de lange termijn beleggen en als aandeelhouders invloed kunnen uitoefenen op de bedrijven waarin zij investeren.
Naast het beleid op de verschillende duurzaamheidsthema’s beoordeelt de Eerlijke Verzekeringswijzer ook of de verzekeraars voldoende rekening houden met problemen in riskante sectoren, zoals de olie- en gasindustrie, de mijnbouw, bosbouw of de maakindustrie. Lang niet alle verzekeraars hebben daarvoor specifiek beleid opgesteld.
Per thema en per sector krijgen de verzekeraars een rapportcijfer voor hun maatschappelijk beleid. Deze scores kunnen oplopen van 1 (geen beleid) tot 10 (best mogelijke beleid.)
‘Uit de scores van dit eerste, halfjaarlijkse beleidsonderzoek blijkt dat er voor de verzekeraars grote kansen op verbetering liggen’, reageert projectleider Bolten. ‘De hoogste scores worden door meerdere verzekeraars gehaald op het thema arbeidsrechten. Voor de overige thema’s zijn de scores over de hele linie laag tot zeer laag te noemen. Gelukkig zijn er ook een paar uitschieters naar boven, zoals de 9 voor het beleid van ASR op het gebied van wapens, en de 9 van ING voor haar beleid op arbeidsrechten. Die kant moet het op.’
De initiatiefnemers, die in 2009 ook de Eerlijke Bankwijzer oprichtten, verwachten van de verzekeraars dat zij door deze eerste conclusies worden aangezet om hun beleid ingrijpend aan te scherpen. Bolten: ‘Ook hun klanten kunnen hen daartoe aansporen. We hopen dat we over een half jaar al een fikse vooruitgang kunnen laten zien.’