In tegenstelling tot wat velen denken, loopt Nederland zeker niet voorop bij de vergroening. Landen als Zuid-Korea, Denemarken, Duitsland en China zijn koplopers, wat onder meer blijkt uit hoge verkoopcijfers voor schone energietechnologie. Investeren in schone energie loont; mondiaal genereert elke extra euro die wordt geïnvesteerd drie euro in toekomstige besparingen op brandstof. Efficiënter omgaan met energie, grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen, kan de structuur van de Nederlandse economie versterken en maakt het milieu schoner.
Het is van belang dat de Nederlandse overheid een duidelijk vergroeningsperspectief schetst voor burgers en bedrijven. Andere belangrijke voorwaarden zijn verdere vergroening van het belastingstelsel, het afschaffen van milieuschadelijke subsidies en dynamische regulering gericht op schone technologie.
Vergroening van de economie mondiale uitdaging
De blijvende beschikbaarheid van de goederen en diensten, die door de natuur worden geleverd, is een belangrijke voorwaarde voor een economische groei die op lange termijn houdbaar is. Terwijl de wereldbevolking toeneemt van 7 naar 9 miljard mensen, verviervoudigt de omvang van de wereldeconomie in de komende veertig jaar. Dit brengt een sterk toenemende vraag naar energie, voedsel, water en materialen met zich mee. Door die toenemende vraag in combinatie met de versnelde klimaatverandering en voortgaand biodiversiteitsverlies, lopen we mondiaal gezien grote risico’s. De grenzen van de draagkracht van de aarde komen in zicht. De uitdaging is daarom de benodigde groei te ‘vergroenen’ tot een groei die efficiënter gebruik maakt van natuurlijke hulpbronnen en milieu en natuur minder aantast.
Nederland heeft belang bij vergroening van de economie
De Nederlandse economie is sterk afhankelijk van de import van energie en andere natuurlijke hulpbronnen. Door het verbeteren van de efficiëntie in het gebruik van energie en andere materialen kan de weerbaarheid van de Nederlandse economie toenemen. Bedrijven worden dan minder gevoelig voor prijsstijgingen. Tegelijkertijd leidt vergroening van de economie tot een schoner milieu. Zo is schonere lucht een voordeel voor de samenleving omdat daardoor minder gezondheidsverlies optreedt. Dat vertaalt zich in minder ziekteverzuim en minder arbeidsverlies.
Kansen en dilemma’s
Schone technologieën zijn de komende decennia een mondiale groeimarkt. Groene groei biedt dan ook kansen voor Nederlandse bedrijven. Het is daarom verstandig vergroening onderdeel te maken van het topsectorenbeleid. Vergroening van de economie vergt de komende jaren forse investeringen en vraagt om een lange termijn blik. Ervaringen uit het verleden met afvalpreventie en energiebesparing leren dat ‘win-win’ mogelijk is, maar niet onbeperkt. Beleid dat groene groei bevordert, kan korte- en langetermijnbelangen dichter bij elkaar brengen.
Voorwaarden voor vergroening
Groene groei vraagt om strategische beleidskeuzen van de overheid. Een lange adem en consistent beleid voor de lange termijn zijn hierbij van belang. Randvoorwaarden voor vergroening van de Nederlandse economie zijn:
De verdere vergroening van het belastingstelsel, waardoor de verborgen milieukosten beter in de prijzen tot uitdrukking komen. Dit maakt investeren in schone en efficiënte technologie aantrekkelijker en verspilling en vervuiling juist duurder. Dit kan bijvoorbeeld door de invoer van een kilometerheffing voor vrachtverkeer in Nederland, vergelijkbaar met het Duitse systeem (LKW MAUT).
Het afschaffen van milieuschadelijke subsidies. Dit kan een bedrag tot 10 miljard euro opleveren en leidt tot vermindering van milieudruk. Voorbeelden zijn lage of ontbrekende accijnzen op brandstoffen voor de luchtvaart en scheepvaart, en de fiscale vrijstelling voor woon-werkverkeer. Afschaffing van zo’n voordeel vergt een politieke afweging. Bij de luchtvaart en scheepvaart is een internationale aanpak noodzakelijk.
Dynamische normstelling maakt het mogelijk eisen aan schone technologie in de tijd aan te scherpen en innovatieve bedrijven te belonen met een kostenvoordeel.
Duurzame innovatie leidt tot nieuwe mogelijkheden om energie en materialen efficiënter te benutten en helpt om reeds bestaande efficiënte technieken massaal in te zetten.
Groene groei vraagt ook om het beter benutten van de maatschappelijke energie (zie het PBL-rapport De Energieke Samenleving). Green Deals zijn een mooi voorbeeld van gericht werken aan het oplossen van concrete belemmeringen in de praktijk. Het verder ontwikkelen en verbreden van de Green Deals, van energie naar andere materialen en voedsel, lijkt zinvol.
Lessen uit milieubelastingen en groene groei
In de gelijktijdig verschenen PBL-notitie Milieubelastingen en Groene Groei – Verkenning van de mogelijkheden in het kader van het energie en klimaatbeleid zijn de fiscale mogelijkheden in het kader van energie en klimaatbeleid verkend en worden enkele belangrijke lessen over milieubelastingen geïdentificeerd. Zo is het de uitdaging te komen tot slim vormgegeven milieubelastingen, die het gewenste doel weten te bevorderen maar qua uitvoering niet te complex zijn. Ook is het van belang voor ogen te houden dat oplossingen die op korte termijn kostenefficiënt zijn, lang niet altijd bijdragen aan het bereiken van het lange termijn doel.
Vergroening in de verkiezingsprogramma’s
Vergroening is een grote opgave voor het nieuwe kabinet. Ook in de komende analyse van de effecten van verkiezingsprogramma’s op economie en milieu vormt vergroening een belangrijk thema. Daarbij kijken CPB en PBL onder meer naar de reductie van broeikasgassen, het aandeel hernieuwbare energie en het behoud van biodiversiteit. Op maandag 27 augustus publiceren CPB en PBL deze analyse (Keuzes in Kaart 2013-2017).
Balans van de Leefomgeving
Tot slot presenteert het PBL eind september de Balans van de Leefomgeving 2012. Dit tweejaarlijkse rapport evalueert het rijksbeleid voor de fysieke leefomgeving en biedt handelingsopties om het beleid te verbeteren.Het PBL schetst in deze Balans onder meer de opgaven voor verbetering van de leefomgevingskwaliteit waarvoor Nederland zich in 2012 gesteld ziet op de terreinen energie, voedsel, landelijk gebied, water, bereikbaarheid en stedelijke gebiedsontwikkeling. Vergroening kan een essentiële bijdrage daaraan leveren.