Vandaag de dag wordt kleding sneller weggegooid en vervangen door nieuwe dan ooit tevoren. Aangespoord door ‘fast fashion’ dankt de gemiddelde Nederlander volgens onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam jaarlijks 40 kledingstukken af. Het Massabalans 2018 onderzoek toont aan dat in Nederland jaarlijks ruim 135 miljoen kilo gebruikt textiel ingezameld wordt. Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) wordt door de Vereniging Herwinning Textiel (VHT) gezien als brug tussen de ontwerp- en verwerkingsfase aan het einde van de levensduur van het textiel.
Kwaliteit ingezameld textiel onder druk door ‘Fast Fashion’
De inzameling en verwerking van gebruikt textiel wordt financieel gedragen door de verkoop van goed (her)draagbare kleding en textiel op 2e handsmarkten wereldwijd. ‘Fast fashion’ zal in combinatie met de Europese verplichting om in 2025 alle textiel uit het huishoudelijk afval te scheiden, leiden tot een verdere toename van het de hoeveelheid ingezameld textiel waardoor de kwaliteit van textiel producten in de stroom naar verwachting verder zal dalen.
Daling van de kwaliteit vertaalt zich in een lager aandeel goed (her)draagbare kleding waardoor de gegenereerde inkomsten van de verkoop hiervan onvoldoende zullen zijn om de kosten van inzameling, handmatig sorteren en recycling te dekken. Daarom is het essentieel dat er nieuwe markten voor gerecyclede vezels ontwikkeld worden en de bestaande markten voor tweedehandskleding behouden blijven.
In haar Beleidsnota Circulair Textiel nodigt het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. De ketenpartners uit Nederlandse textielsector uit om hun bijdrage te leveren aan de implementatie de beleidsdoelstellingen. Als brancheorganisatie voor de Nederlandse textielherwinningsector gaat de VHT graag op deze uitnodiging in.
Tarifering als brug tussen hergebruik van kleding en recycling van niet herbruikbaar textiel
Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid (UPV) wordt door de Vereniging Herwinning Textiel (VHT) gezien als brug tussen de ontwerp- en verwerkingsfase aan het einde van de levensduur van het textiel. UPV dient zowel het bestaande systeem van hergebruik te ondersteunen als een vraag naar gerecyclede vezels te creëren middels tariefdifferentiatie.
De UPV moet niet uitsluitend betrekking hebben op gebruikt textiel, zoals kleding en huishoudelijk textiel maar ook op gebruikte schoenen aangezien deze in de regel via dezelfde kanalen ingezameld worden.
Differentiatie van het UPV tarief
De VHT adviseert in haar recent gepubliceerde standpuntnota een UPV systeem met tariefdifferentiatie. Een lager tarief zou dan in de volgende gevallen kunnen gelden:
- Wanneer het op de Nederlandse markt gebrachte textiel geschikt is voor langdurig (her)gebruik en/of gerecyclede textiele vezels/materiaal bevat die kwalitatief hoogstaand zijn en aan het einde van de levensduur geschikt blijven voor recycling;
- Wanneer het ontwerp de recyclebaarheid aan het einde van de levensduur van het textiel artikel bevordert.
De UPV moet voorzien in een aanpak van het ketendeficit in de textielketen en ervoor zorgen dat het huidige inzamel- en sorteersysteem kan uitbreiden en zichzelf kan blijven ondersteunen. Hiervoor moeten niet alleen de inzamel- en sorteerkosten gedekt blijven worden maar dient de ontwikkeling van nieuwe markten en innovatie gestimuleerd te worden.
De VHT dringt tevens aan op:
- Vaststelling van (EU) geharmoniseerde normen voor hergebruik en recycling van textiel. Wij stellen dat gemiddeld 80% van het ingezameld textiel aantoonbaar dient te worden hergebruikt, waarvan 50% als het oorspronkelijk product (2e hands) en het overig deel als materiaal inclusief toepassingen voor mechanische recyclede vezels en circulaire vezel-tot-vezel toepassingen;
- Harmonisatie binnen de EU van de definities van hergebruik, recycling (up- and downcycling) en einde afvalfase;
- Een UPV fondsbestuur waarin de gremia vertegenwoordigd zijn die de dynamische marktbalans waarborgen.
Zie ook de algemene visie van de VHT op textiel in de circulaire economie.
Foto: VHT