De Minister stelt dat bedrijven die ondersteuning vragen van het Dutch Good Growth Fund moeten voldoen aan één set MVO-richtlijnen.
Tegelijkertijd is zij van plan om een flink aantal andere loketten voor financiële steun aan het bedrijfsleven onder het Good Growth Fund te laten vallen.
Het ontwikkelen van één duidelijk kader voor alle overheidssteun was een voorstel van het MVO Platform dat hiermee dichterbij lijkt te komen. Ook zien we in te tekst terug dat bedrijven ofwel moeten voldoen aan de criteria, ofwel met een plan moeten komen hoe ze gaan voldoen aan de criteria. Het onderscheiden van minimumcriteria en ontwikkeldoelen is ook herhaaldelijk door het MVO Platform benadrukt.
Geen verrassing, maar toch belangrijk is dat expliciet genoemd wordt dat MVO-criteria gebaseerd dienen te zijn op de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles. Dit heeft de Tweede Kamer met de motie Slob afgedwongen. Naast deze richtlijnen worden IFC Performance Standards en ILO Core Labor Standards genoemd.
Wat dit alles gaat voorstellen wordt helaas weer op losse schroeven geplaatst door de bijzin “waarbij de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt”.
Dubbele boodschap
Over haar stimuleringsbeleid voor MVO heeft de Minister een dubbele boodschap. Enerzijds heeft het Nederlandse bedrijfsleven een goede reputatie op het gebied van MVO; MVO is zelfs “exportproduct”, zo stelde zij in Buitenhof. Anderzijds erkent de Minister dat er risico’s in productieketens voorkomen en dat daar “actie” nodig is. De actie waar ze op doelt, is het afsluiten van convenanten met de betreffende sectoren.
De erkenning van het bestaan van problemen in de keten is een goede zaak, dat moeten we de Minister nageven. Of dat met convenanten op te lossen valt, is zeer de vraag. Ploumen heeft immers weinig machtsmiddelen en gaat verder niet in op hoe zij te werk wil gaan. Onze vragen over deze convenanten:
Gaat Ploumen ervoor zorgen dat deze transparant zijn en niet vrijblijvend? Komt er bijvoorbeeld openbaarheid over bedrijven die niet meedoen?
Garandeert zij betrokkenheid van stakeholders bij het maken van afspraken met de sectoren?
Wordt genoegdoening voor slachtoffers meegenomen in de convenanten?
Op welke manier wordt het toezicht op de naleving van deze convenanten geregeld? Gaat Ploumen bedrijven die de afspraken niet nakomen tot de orde roepen?
MVO vergeten
De Minister rept in deze nota met geen woord over het aangrijpen van handelsmissies voor MVO-promotie. Dit is ronduit een tegenvaller, of hopelijk een fout? Het is namelijk in tegenspraak met eerdere uitlatingen in onder andere de kamerbrief over duurzame handelsmissies. Daarin stelt Ploumen dat zowel bij de voorbereiding, zoals de deelnemersbijeenkomst, als tijdens de missie zelf aandacht wordt besteed aan MVO. Nu lijkt ze deze lijn volledig uit het oog verloren. Economische diplomatie staat in haar nota uitsluitend in het teken van de belangen van het Nederlandse bedrijfsleven: haalbaarheidsstudies voor het MKB, het binnenhalen van opdrachten, exportpromotie etc. Een toevoeging die we elders in de nota zien: handels- en investeringsactiviteiten “die goed zijn voor mens en milieu”, komen we in dit gedeelte van de nota niet meer tegen. Zeer teleurstellend, we hadden net de indruk dat het de Minister menens was met MVO.