Bleker waarschuwt dat financiële instellingen niet al te luchtig moeten omgaan met de richtlijnen over witwassen, corruptie en misbruik van voorkennis of macht op de financiële markten. Een aantal internationale richtlijnen van de Verenigde Naties en de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) is al wettelijk bindend met de bijbehorende straffen.
De strengere internationale corruptiewetgeving heeft al geleid tot een Nederlands slachtoffer. De Verenigde Staten hebben de uitlevering gevraagd van een bestuursvoorzitter van de Nederlandse middelgrote onderneming die steekpenningen zou hebben betaald. Volgens Bleker is dit geval een testcase. Mocht deze man worden uitgeleverd en veroordeeld, dan volgen er meer uitleveringsverzoeken, zo is haar inschatting. Dan zijn ook de bestuursvoorzitters van beursgenoteerde ondernemingen niet meer onaantastbaar.
Andere richtlijnen worden sinds de aanslagen in de VS versneld behandeld. Zo staat er bij de Europese Commissie een nieuwe regeling op de agenda die de douane een grotere opsporingsbevoegdheid moeten geven bij de controle van grote geldstromen die de Unie binnenkomen.
De speurtocht van de monetaire autoriteiten naar de financiële handel en wandel van terroristen, en de verruiming van de wettelijke mogelijkheden daartoe, heeft grote consequenties voor de banken. Zij moeten niet alleen gaan letten op ongebruikelijke transacties. Zij moeten ook hun klanten in de gaten houden en behoeden voor onethisch gedrag, want volgens de jongste richtlijnen is ook de bankier van de onderneming strafbaar als hij of zij niet de juiste procedures heeft gevolgd, zeg maar de juiste vragen heeft gesteld. Ook de accountant van bank en onderneming kan op basis van afspraken van de Financial Action Task Force (FATF) aansprakelijk gesteld worden.
Volgens Bleker ziet de top-3 van duurzaam bankieren er sinds 11 september dus heel anders uit. Sociaal en groen staan respectievelijk op 2 en 3, en ver bovenaan op 1 staat weer ethiek, integriteit en wereldveiligheid.
Hoe de volgorde van de top-3 van duurzaam bankieren ook is, voor Bart Jan Krouwel, hoofd van het directoraat Duurzaamheid en Maatschappelijke Innovatie van de Rabobank, zullen banken en bedrijven die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet kennen over een paar jaar niet meer bestaan. ‘Houdt u bezig met maatschappelijk verantwoord ondernemen , anders bent u over een paar jaar zonder werk’, zo hield Krouwel het gezelschap van bankiers in Hoofddorp voor.
Dat zijn stelling enigszins sceptisch wordt ontvangen door zijn gehoor verbaast Krouwel niets: ‘Bij de Rabobank werken 53.000 mensen. Een groot gedeelte daarvan vindt duurzaam bankieren ook nog steeds onzin.’ Toch vindt er een boeiende transformatie plaats binnen het internationale bankwezen, al was het alleen maar omdat er met duurzaamheid geld verdiend kan worden. ‘Denk maar aan de groenfondsen, de beleggingsfondsen waar de belegger een fiscaal voordeel krijgt en tegelijkertijd geld beschikbaar stelt aan milieuvriendelijke en milieusparende initiatieven op het gebied van energie, water. Denk maar aan Kyoto. Wij nemen als bank de afspraken van het Klimaatverdrag van Kyoto serieus. Dat betekent dat we al nadenken over de handel in emissierechten van onder CO2 en andere broeikasgassen. Dat is gewoon een zakelijke afweging.’
Ondertussen staat de internationale concurrentie ook niet stil. Volgens Krouwel is met name de Deutsche Bank al heel ver met duurzaam bankieren. Ook het boek Sustainable banking heeft inzicht in de internationale reikwijdte van duurzaam bankieren. De bijdragen over met name de milieukant van bankieren komen uit Australië, Italië, Hongarije, Nederland, Thailand en de Verenigde Staten.
Gezien de huidige politieke situatie zullen de banken zich de komende tijd vooral moeten richten op hun ethische afwegingen. Het missen van een moraal is sinds kort een bedrijfsrisico geworden.
Marleen Janssen Groesbeek