Drukkerij Decaprint en drukkerij Holland, normaal gesproken twee concurrenten van elkaar, zijn een samenwerking gestart op het gebied van duurzaamheid. Het bermgras langs de N11 (Leiden – Bodegraven) is onder andere vanwege alle uitlaatgassen ongeschikt voor veeconsumptie. Om verspilling van het gras tegen te gaan, sloegen de drukkerijen de handen ineen en besloten ze om er een duurzame papiersoort van te laten maken. Een interview met de initiatiefnemers Remko Roest (Decaprint) en Herrejan Veenema (drukkerij Holland).
Decaprint startte een aantal jaar geleden met het maken van papier dat is gemaakt van agrarisch restmateriaal, zoals wortels en stengels en bladeren. Hoewel dit al een duurzaam initiatief is, is het restmateriaal afkomstig uit landen aan de andere kant van de wereld zoals Indonesië en Colombia. Remko Roest, eigenaar van Decaprint: “Dit zorgt ervoor dat papier maken van restafval nog steeds best belastend is voor het milieu. Om het écht duurzaam te doen, ben ik beter naar mijn eigen omgeving gaan kijken en toen kwam deze optie – het bermgras langs de N11 – voorbij.”
Circulair denken als uitgangspunt
Deze visie op het milieu deelt Remko met concullega Herrejan Veenema van drukkerij Holland. Ook hij raakte geïnspireerd om papier te maken van een reststroom. Herrejan: “Ik had net het familiebedrijf van mijn vader overgenomen en dacht: hoe wil ik verder, waar leg ik de focus op? Je weet dat het papiervolume in Nederland en – zelfs wereldwijd denk ik – daalt. Er wordt in de maatschappij op aangedrongen om minder papier te gebruiken, terwijl je weet dat je daarmee je brood verdient. Die gedachte zorgde ervoor dat ik openstond voor innovatieve en duurzame initiatieven. Vanuit deze gezamenlijke drive hebben Remko en ik onze krachten gebundeld.”
Het bermgras dat Remko en Herrejan gebruiken als basis voor hun papier, had geen enkele bestemming meer, behalve composteren, iets wat weer een hoop CO2-uitstoot oplevert. Remko: “Het mooie aan dit initiatief is dat we van afval een nieuwe grondstof maken en zo uiteindelijk weer een product creëren. Die cirkel weer rond maken, oftewel circulair denken, vind ik belangrijk. Nu is het nog zo dat het meeste papier dat we hier in Nederland gebruiken gemaakt wordt van bomen die in Finse en Zweedse bossen worden gekapt. Hoewel dit papier het FSC-keurmerk draagt, vind ik het niet van deze tijd om elders in Europa bomen te kappen als er ook genoeg interessante circulaire alternatieven in de omgeving zijn, zoals ons bermgras.”
Meer transparantie in de keten
Daarnaast is het belangrijk om niet alleen een duurzaam product te leveren, maar ook de keten te verduurzamen. Herrejan en Remko wilden hun idee liever niet zomaar bij een willekeurige papierfabriek neerleggen, ze wilden er zeker van zijn dat de fabriek zelf ook zo duurzaam mogelijk werkt. Het gaat er immers om dat de hele keten moet verduurzamen die bij de productie betrokken is, en dat ook zichtbaar maken. Herrejan: “De grafische industrie denkt soms nog te eenvoudig. Vaak is de gedachtegang: we kopen papier, bedrukken en verkopen het. We vragen niet naar herkomst, we letten misschien nog wel op het FSC-keurmerk. Echter weet je dan nog steeds niet waar en hoe het geproduceerd wordt, alleen dat het gaat om verantwoord bosbeheer. Ik denk dat het verduurzamen begint bij weten wat je inkoopt en weten wat je verkoopt.”
Papier met zichtbare vezels
Remko en Herrejan vinden het belangrijk om de hele keten van papierproductie zo transparant mogelijk te maken voor klanten. Herrejan: “Je kunt natuurlijk een wit vel papier leveren en zeggen dat het duurzaam is geproduceerd, maar waar kan de klant dat aan zien? Dit was een van de hoofdredenen dat we ervoor kozen om het duurzame papier niet te bleken en de vezels zichtbaar te laten.”
Je denkt misschien dat papier met zo’n zichtbaar vezeltje niet snel door zakelijke klanten wordt gekocht, omdat het toch heel anders oogt dan ‘normaal’ papier. Toch is het juist de zakelijke markt die veel interesse heeft in duurzaam papier. Herrejan: “Onze zakelijke klanten willen met ons papier aan hun eigen klanten laten zien dat ze duurzaamheid belangrijk vinden. Het is een soort positionering geworden. Ons papier heeft een keurmerk met de slogan: “Veezel, waar komt jouw papier vandaan?” We zien dat veel klanten dit keurmerk en de slogan willen overnemen op hun eigen briefpapier, om ook aan hun klanten uit te leggen waarom ze dit papier gebruiken. Het is eigenlijk een stukje verantwoording afleggen voor je papierkeuze. In deze tijd van transparantie en het willen weten van herkomst is dat heel belangrijk. Want waar komen de grondstoffen vandaan? Waar vindt de productie plaats? Wat is de bestemming als mijn product gebruikt is?”
Deze gedachtegang is in de grafische industrie nog niet zo gangbaar. Remko: “In de grafische industrie denken we vooral – en dan chargeer ik enigszins – in concurrenten. Persoonlijk geloof ik niet in alles afbakenen en voor jezelf houden. Samenwerken in de keten werkt stimulerend en onderstreept het gezamenlijke belang.”
Randvoorwaarden voor innovatie
Het duurzame papier dat Remko en Herrejan hebben geïntroduceerd was ooit niet meer dan een enthousiast idee. Hoe breng je zo’n idee tot een concreet en succesvol product? Remko: “Ik denk dat je een grote stip op de horizon moet zetten en het pad daarnaartoe zoveel mogelijk moet loslaten. Herrejan en ik willen zoveel mogelijk dat het plan zichzelf ontwikkelt. Als je alles tot achter de komma gaat beschrijven dan heb je totaal geen ruimte meer voor innovatie. Daarnaast is ook vertrouwen belangrijk. Herrejan en ik hebben geen dikke contracten getekend, we gaan uit van wederzijds vertrouwen en geven elkaar de ruimte.”
Het verhaal van Remko en Herrejan laat zien dat een persoonlijke drive om duurzaam en innovatief bezig te willen zijn, misschien wel de twee belangrijkste drijfveren zijn voor succes.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van KonicaMinolta