Beursgenoteerde ondernemingen hebben duurzaam belastingbeleid nog niet hoog op de agenda. Dat zeggen Oikos en de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Vandaag lanceren de organisaties samen een publicatie met zes ‘tax governance principles’.
Dat beursgenoteerde ondernemingen duurzaam belastingbeleid nog niet hoog op de agenda hebben, blijkt onder meer uit de antwoorden op vragen van de VBDO tijdens aandeelhoudersvergaderingen. “Het onderwerp hoort thuis op de bestuurstafel en moet niet worden overgelaten aan fiscalisten”, vindt VBDO-directeur Giuseppe van der Helm. Omdat bestuurders het lastig vinden om zelf een breed gedragen beleid op tax governance te formuleren, lanceren de VBDO en Oikos de tax governance richtlijnen.
Met de publicatie willen de auteurs bedrijven handvatten bieden voor het ontwikkelen en implementeren van een maatschappelijk verantwoord belastingbeleid. “De aanbevelingen lijken soms wat vanzelfsprekend, maar ze worden breed gedragen en bieden heldere aanknopingspunten”, aldus Van der Helm. “Dat zetje hebben veel bedrijven nodig want het gros van de beursgenoteerde ondernemingen is nog nauwelijks begonnen met het ontwikkelen en implementeren van maatschappelijk verantwoord belastingbeleid. Dit constateren we helaas nog vaak tijdens duurzaamheidsdialogen die we voeren met bedrijven.”
Het rapport werpt vijf prikkelende dilemma’s op. Daaronder ook ethische vraagstukken zoals; ‘is belasting een kostenpost of waardecreatie voor stakeholders, waaronder de onderneming zelf?’ En ‘moet een bedrijf altijd de lokale overheid laten beslissen over de besteding van belastingpenningen? Of is er ook ruimte voor eigen keuzes daarin?’
“Duidelijk is dat bedrijven met hun stakeholders samen invulling moeten geven aan de implementatie van good tax governance”, aldus Van der Helm. “Met deze publicatie bieden we daar een raamwerk voor”.
“Maatschappelijk verantwoord belastingbeleid zou integraal onderdeel uit moeten maken van het duurzaamheidsbeleid van elke multinationale onderneming”, aldus Oikos-directeur Gerhard Schuil. Transparantie loopt als een rode draad door de aanbevelingen in het discussiestuk. “Alles begint met openheid van zaken”, aldus van der Helm.