Het wetsontwerp over aanvullende pensioenen in het kader van het Sociaal Pensioenplan van minister Vandenbroucke heeft tot doel de “tweede pijler”-pensioenen te democratiseren door ze toegankelijk te maken voor alle arbeiders en bedienden, ook in kleine en middelgrote ondernemingen.
Naarmate de fondsen zullen gespijsd worden, zullen steeds grotere reserves worden opgebouwd die voor een belangrijk deel in het bedrijfsleven worden geïnvesteerd. Hierdoor zullen de pensioenplannen steeds belangrijkere aandeelhouders worden die het beleid van de bedrijven kunnen beïnvloeden.
Dit bedrijfsleven wordt steeds verder geglobaliseerd, waardoor het steeds moeilijker wordt een kritische houding tov de bedrijven op te nemen. Wel merken we een verandering in de morele waarden op individueel niveau en ook bij beleggers. Eerlijk zaken doen, aandacht voor werknemers, ecologie, mensenrechten, enz. zijn thema’s die de komende jaren alleen in belang kunnen toenemen.
Hiermee rekening houden hoeft niet tot minder winstgevende bedrijven te leiden. Het feit dat een bedrijf vandaag al op deze trends van morgen inspeelt, het feit dat het bijvoorbeeld erin slaagt zijn bedrijfscultuur aan te passen of de milieu-impact van zijn productieprocessen te verminderen vormen sterke indicaties dat het bedrijf geleid wordt door mensen met visie.
Verantwoord beleggen is een belangrijke doelstelling die vandaag in België onvoldoende bekend is, maar die integraal deel moet gaan uitmaken van het regeringsbeleid gericht op duurzame ontwikkeling.
In Groot-Brittannië is ethisch beleggen (Socially Resonsible Investment – SRI) in het kader van de pensioenplannen al maanden een belangrijk thema in de politiek en in de media (artikels uit The Independent, The Guardian, The Times, Financial Times, BBC News beschikbaar).
Een Brits onderzoek toont aan dat 77% van de mensen voor wie een aanvullend pensioen wordt opgebouwd het eens is met de stelling dat er aan verantwoord beleggen moet worden gedaan indien dit niet ten koste gaat van het rendement. Voor 39% van hen mag dit zelfs ten koste gaan van het rendement. Slechts 32% steunt de stelling dat aanvullende pensioenen enkel rekening moeten houden met het rendement.
Het wetsontwerp aanvullende pensioenen dat werd goedgekeurd op 26 januari 2001 verplicht elke pensioeninstelling om jaarlijks een verslag opmaken. Dit verslag is een openbaar document dat aan de inrichter moet gegeven worden (werkgever of paritair comité). Ook alle werknemers die pensioenrechten aan het opbouwen zijn kunnen dit verslag vragen.
Een belangrijk element dat deze verslagen zullen moeten bevatten is de mate waarin rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten bij de beleggingsstrategie. Zal dus niet gaan om een verplichting om ethisch te beleggen, maar de pensioeninstellingen zullen kleur moeten bekennen.
Ofwel houden zij rekening met de ethiek van de bedrijven waarin wordt belegd, ofwel staat enkel het rendement voorop zonder aandacht te hebben of die beleggingen ertoe bijdragen dat de mensenrechten met de voeten worden getreden, het milieu wordt vervuild, wapens worden gemaakt of verkocht, of kinderarbeid worden ingeschakeld.
Uit de praktijk blijkt dat er nauwelijks rendementsverschillen op te merken zijn tussen duurzame en gewone beleggingsstrategieën. Dit wordt door verschillende studies en in de praktijk bevestigd(1), wat voor beleggers die hun morele rol in de wereld niet los willen zien van de beleggingspolitiek uiteraard goed nieuws is.
(1) Enkele voorbeelden: Vermeir en Corten; Bank- en Financiewezen januari 2001 (voor België) & DOMINI (oudste en populairste duurzame aandelenindex) die de laatste tien jaar gemiddeld 2,06% beter presteert dan de referentie-index S&P500
In het wetsontwerp staat:
– in de wettekst
Hoofdstuk VIII. Transparantie
Art. 41. De pensioeninstelling of de in de collectieve arbeidsovereenkomst of het pensioenreglement aangeduide persoon stelt elk jaar een verslag op over het beheer van de pensioentoezegging. Dit verslag wordt ter beschikking gesteld van de inrichter, die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.
Het verslag moet informatie over de volgende elementen bevatten:
1Ã?? de wijze van financiering van de pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering;
2Ã?? de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten;
3Ã?? het rendement van de beleggingen;
4Ã?? de kostenstructuur;
5Ã?? in voorkomend geval de winstdeling.
– en in de Memorie van toelichting:
Hoofdstuk VIII. Transparantie
Artikel 41
In dit artikel wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke transparantie. De pensioeninstellingen worden verplicht jaarlijks een verslag op te maken dat ter beschikking gesteld zal worden van de inrichters, de werkgevers en de aangeslotenen. Eventueel kan de collectieve arbeidsovereenkomst of het pensioenreglement de kennisgeving anders regelen.
Het verslag moet informatie bevatten over de wijze van financiering, de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de sociale, ethische en leefmilieuaspecten ervan, het rendement, de kostenstructuur en de winstdeling.
Rekening houdend met de maatschappelijke opdracht van de pensioeninstellingen leek het wenselijk dat zij op een progressieve wijze een beleggingsbeleid zouden voeren dat “maatschappelijk verantwoord” is of dat voldoet aan vereisten inzake “duurzame ontwikkeling”. Met dat doel voor ogen dienen natuurlijk bijzondere communicatiestrategieën te worden uitgewerkt. Ook in hoofde zowel van de verantwoordelijken van de pensioeninstellingen als van de financiële analisten zal dit een evolutie vergen. Nieuwe benaderingswijzen inzake de keuze van de investeringen zullen immers noodzakelijk zijn. Daarbij zal tezelfdertijd rekening moeten worden gehouden met enerzijds de traditionele economische en financiële aspecten en anderzijds met sociale, ethische en leefmilieuaspecten. In ieder geval zouden dergelijke investeringen minstens vandaag reeds een piste voor de beleggers moeten vormen en kunnen ze niet anders dan een meerwaarde toevoegen en een positief beeld geven van de ondernemingen die erop beroep doen in het kader van het beheer van de pensioenen van hun personeel. Daarom legt het ontwerp dienaangaande een maatregel inzake transparantie op.