Vorige week publiceerde adviesbureau Berenschot de zogenoemde transparantiebenchmark 2004, waarin 175 Nederlandse bedrijven zijn beoordeeld op de mate waarin zij openheid van zaken geven over hun manier van maatschappelijk verantwoord ondernemen . Daarvoor zijn hun reguliere en duurzame, of maatschappelijke verslagen onderzocht. Omdat het onderzoek zich richtte op de hoeveelheid informatie, zijn er bedrijven in de onderste regionen beland die daar, volgens experts, niet thuishoren.
Het onderzoek van Berenschot had als onvoldoende onderbouwd ter zijde kunnen worden geschoven, ware het niet dat de staatssecretaris op basis van de uitkomsten een groot aantal ondernemingen een brief heeft gestuurd waarin zij hen oproept het beter te doen. Ook biedt zij in die brief de bedrijven hulp aan.
Ict-bedrijf Ordina heeft zo’n brief ontvangen. Lid van de raad van bestuur, Tom Rodrigues, is daarover ‘verbaasd’. Hij is voorzitter van Samenleving&Bedrijf, een van de groepen die betrokken waren bij de organisatie van de conferentie.
Nancy Kamp-Roelands van Ernst&Young heeft zich nogal verbaasd over het ‘soort vragen’ dat werd gesteld. Kamp is zelf betrokken bij de European Sustainability Report Awards, een prijs voor het beste duurzaamheidsverslag.
De belangrijkste slotconclusie van de EU-conferentie is dat het streven naar maatschappelijk verantwoord ondernemen een belangrijke bijdrage kan leveren aan de Lissabon-agenda. Niet alleen stelt Europa zich in die agenda tot doel de meest concurrende en kennisintensieve economie van de wereld te worden, volgens Van Gennip kan dat niet zonder duurzame ontwikkeling, sociale cohesie en economische groei, en maatschappelijk verantwoord ondernemen biedt ‘een kanaal voor gezamenlijke actie’.