Toch werden af en toe stevige noten gekraakt. Want hoe staat het met de arbeidsomstandigheden wanneer bedrijven hun productie uitbesteden? Hoe komt het dat onderzoekers de toegang wordt geweigerd? En waarom waren er eigenlijk maar twee multinationals vertegenwoordigd op de debatdag? Als het om maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat blijkt de kloof tussen woord en daad moeilijk te overbruggen.
FNV Bondgenoten-voorzitter Henk van der Kolk leidde de dag in. Hij schetste het belang van FNV Bondgenoten in een mondialiserende wereld. De vakbond mondialiseert mee en heeft ook buiten de Nederlandse grenzen verantwoordelijkheid.
Positieve trends
Niet de confrontatie, maar een opbouwende dialoog tussen vakbond en bedrijfsleven stonden centraal op de debatdag. Over het algemeen lijken de Nederlandse multinationals het immers redelijk te doen: wantoestanden als kinderarbeid en slavernij lijken niet voor te komen en de beloningen zijn verbeterd.
Vraagtekens
Naast de positieve trends kwamen ook negatieve ontwikkelingen naar voren. Bij Unilever in Zuid-Afrika bijvoorbeeld, zijn mensen soms tien jaar lang tijdelijke kracht, wat tot slechtere arbeidsvoorwaarden en lagere lonen leidt. Ook wordt steeds vaker gebruik gemaakt van toeleveranciers – lokale bedrijven of andere multinationals – waarbij niet gecontroleerd wordt of deze zich houden aan de bedrijfs- en gedragscodes van de Nederlandse opdrachtgever. Controle in de keten ontbreekt dus.
Over de praktijk van maatschappelijk verantwoord ondernemen sprak ook de Rotterdamse professor Van Tulder. Van Tulder gaf onder meer aan dat de dochterondernemingen van de Nederlandse bedrijven zich voornamelijk in Europa en de Verenigde Staten vestigen. De lage lonen in ontwikkelingslanden beïnvloeden de Nederlandse concurrentiepositie dus maar voor een klein deel, aldus Van Tulder. Hij wees het publiek ook op het feit dat multinationals die aandacht besteden aan gedragscodes, het risico lopen er sneller op aangesproken te worden. “Als je voorop loopt, wordt je harder aangepakt.”
Van Tulder meent dat vakbonden en bedrijven in elkaar moeten investeren. “Maatschappijen functioneren niet als één van de drie krachten in de samenleving – staat, markt en burgerij (vakbeweging) – niet werkt.”
Macht en tegenmacht
Vakbonden en multinationals hebben elkaar nodig, vindt ook Henk van der Kolk: “Elke macht heeft een countervailing power nodig.” Daarom is het van belang de (positie van) de vakbonden te versterken; nu blijkt het voor bedrijven betrekkelijk eenvoudig om vakbonden buiten de deur te houden of tegen elkaar uit te spelen.”Pas als vakbonden in het buitenland serieuze gesprekspartners zijn voor bedrijven, dan bereik je wat”, had Van der Kolk al in zijn inleiding gezegd.