Het Indiase bedrijf Bejo Sheetal, een partnerbedrijf van Bejo Zaden uit het Noord-Hollandse Warmenhuizen, tolereert op grote schaal kinderarbeid bij de boeren die aan haar leveren. De boeren die aan Nunhems India – deel van Nunhems in Limburg – zaden leveren werken bijna zonder gebruik te maken van arbeid van kinderen onder de 14. Dat blijkt uit het gepubliceerde rapport ‘A Tale of Two Companies’ van de Landelijke India Werkgroep (LIW) en de campagne ‘Stop Kinderarbeid – School, de beste werkplaats’.
Bejo Zaden en Nunhems: met én zonder kinderarbeid
Het Nederlandse groentezaadbedrijf Bejo Zaden is als joint venture partner van Bejo Sheetal mede verantwoordelijk voor de omvangrijke kinderarbeid op de velden in India. Een steekproef bij 30 boeren die aan Bejo Sheetal leveren laat zien dat 18% van de arbeiders die peperzaden verbouwen, kinderen onder de 14 zijn. Dit is 12% bij de teelt van tomatenzaad. De omvangrijke kinderarbeid bleek ook uit het rapport ‘Growing up in the danger fields’ (2010) van de Landelijke India Werkgroep. De huidige situatie is echter nauwelijks verbeterd.
Nunhems is al jaren geleden begonnen met het uitbannen van kinderarbeid, daartoe aangespoord door eerdere rapporten van de LIW over kinderarbeid in de Indiase zaadteelt. Een duidelijk uitgedragen beleid van ‘nultolerantie’ voor kinderarbeid, een controlesysteem met prikkels en sancties én bijdragen aan de schoolgang van kinderen, heeft het aantal jonge werkende kinderen teruggebracht tot circa 1% van de werknemers bij boeren die aan Nunhems leveren.
Beide bedrijven: gevaarlijke kinderarbeid tieners én onderbetaling vrouwen
Bij de boeren die aan Nunhems India én Bejo Sheetal leveren zijn ook bijna 30% van alle arbeiders kinderen tussen de 15 en 18 jaar. Gevaarlijke kinderarbeid boven de 14 jaar wordt in India binnenkort verboden. Gevaarlijk is dit werk zeker. Kinderen werken lange dagen en worden vaak onbeschermd blootgesteld aan gevaarlijke pesticides. De meeste kinderen verlaten op jonge leeftijd hun school. Nunhems en Bejo Sheetal hebben ook een ander groot probleem. Zo verdienen vrouwen en meisjes -ruim 80% van de werknemers – vaak minder dan het officiële minimumloon. Dit loon is voor dagloners in de deelstaat Karnataka ruim €2,00, maar vrouwen verdienen meestal niet meer dan €1,36 tot €1,75. Voor ‘mannentaken’ zoals het sproeien van pesticides en ploegen wordt 40-70% meer betaald dan voor ‘vrouwentaken’ als wieden en kruisbestuiving van de zaadplanten.
Zowel Nunhems als Bejo Zaden hebben ons laten weten dat ze werk gaan maken van het verminderen van de loonverschillen en de betaling van vrouwen onder het minimumloon. Bejo Zaden heeft ons na lezing van het rapport ook toegezegd werk te gaan maken van de aanpak van kinderarbeid in India.
Nunhems India en Bejo Sheetal zijn belangrijke bedrijven op de Indiase zaadmarkt. Zij behoren bij de top 10 groentezaadbedrijven van India en hebben samen een aandeel van 20% in de markt van peper en tomatenzaden. De productie vindt vooral plaats in de zuidelijke Indiase deelstaat Karnataka.
Arbeiders vooral Dalit-vrouwen en –meisjes
Voor de helft zijn de werknemers Dalits (‘kastelozen’) en Adivasi (‘tribalen’) en voor de rest mensen uit de laagste kasten, net boven de Dalits. Vooral Dalits worden vaak ‘anders behandeld’, volgens het rapport. Het rapport ‘Wages of Inequality’1 uit 2012 licht dat toe: Dalits worden nogal eens uitgescholden en vernederd. Verder zijn de arbeiders die niet als los arbeider maar het hele jaar bij een boer werken bijna allemaal Dalits. Zij staan ‘onbeperkt ter beschikking’ van de boer en werken meestal zo’n 12 uur per dag. Hun ‘overwerk’ wordt niet betaald. Overigens is maar een minderheid van de kinderen gezinslid van de boer. De meerderheid (78%) van de kinderen wordt ‘ingehuurd’.