Het Burma Centrum Nederland (BCN) verwelkomt de schadeloosstelling en is zeer verheugd dat Total gevoelig blijkt voor de internationale druk op het bedrijf. Tegelijkertijd veroordeelt het BCN de blijvende steun van het bedrijf aan Burma’s militaire dictators, en zal daarom in de komende maanden diens acties tegen Total (samen met partnerorganisaties) opvoeren.
Het bedrijf maakte vandaag bekend 5,2 miljoen euro beschikbaar te stellen als schadeloosstelling aan deze slachtoffers en een sociaal fonds ten behoeve van de bevolking in het gebied van de Yadana gaspijpleiding, waarvan het bedrijf de voornaamste investeerder is. Het betreft een schikking die het bedrijf heeft getroffen met de Franse ngo “Sherpa Foundation”, die de 8 Burmese aanklagers vertegenwoordigde. Deze hadden de zaak in 2002 aangespannen voor de rechtbank in Nanterre.
De Burmese aanklagers stelden dat zij “had been forced by the Myanmar Army to work on the Yadana gas pipeline construction project and that their work could be classified as forced labour.”
Begin 2005 is een internationale campagne tegen Total’s Burma investeringen opgezet in een 20-tal landen in Azië, Europa en Noord-Amerika.
Het BCN is verheugd dat Total voor de eerste keer een schadeloosstelling betaalt aan de Burmese slachtoffers van aan het bedrijf gerelateerde misstanden.
Begin 2005 maakte Total’s zakenpartner in Burma, de Amerikaanse oliemaatschappij Unocal (inmiddels overgenomen door Chevron) eveneens bekend een aantal Burmese slachtoffers van misstanden, die Unocal jaren eerder hadden aangeklaagd, schadeloos te stellen.
Het BCN zal de campagne tegen Total echter actief blijven steunen totdat het bedrijf diens economische relaties in Burma verbreekt en publiekelijk verklaart geen nieuwe investeringen in Burma te zullen doen.