Beursgenoteerde bedrijven moeten vanaf 2025 (over boekjaar 2024) gaan rapporteren over het duurzame karakter van hun eigen organisatie, de invloed die ze hebben op de keten en op klimaatverandering. Grote ondernemingen, waaronder De Vries en Verburg, zijn pas een jaar later verplicht om volgens deze Europese richtlijn genaamd Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) te rapporteren. Toch is het bouwbedrijf hier de afgelopen twee jaar alvast mee aan de slag gegaan. Hoe hebben ze dit aangepakt en welke lessen hebben ze voor anderen die ook moeten gaan rapporteren?
“Begin 2022 werd het toenmalige duurzaamheidsbeleid weer vernieuwd.” Aan het woord Jan Muit, controller, en Timo Stuij, planontwikkelaar en duurzaamheidsmanager bij De Vries en Verburg. Stuij: “Toen begon bij ons intern het gesprek over de CSRD. In plaats van alleen te voldoen aan deze Europese regels en kortetermijnoplossingen te bedenken, besloten we het hele duurzaamheidsbeleid onder de loep te nemen. We wilden het gelijk goed oppakken. Dat begon met in 2022 een nulmeting, het beoordelen van de huidige datastromen en een materialiteitsanalyse. Ook hebben we gesprekken gevoerd met interne en externe stakeholders en we hebben onszelf laten vergelijken met gelijksoortige bouwbedrijven, om te kijken hoe zij dit aanpakken. Hiervoor zijn we bijgestaan door adviesbureau 2BHonest.”
1) CSRD geeft structuur aan jouw duurzaamheidsbeleid
Door nu al met de CSRD aan de slag te gaan, heeft dit structuur gegeven aan het duurzaamheidsbeleid van De Vries en Verburg. Stuij: “We zijn structureel aan de slag gegaan met alle aspecten van duurzaamheid in plaats van alleen met wat er op je af komt. Door te beginnen met de strategie vaststellen, duidelijke doelstellingen te maken, een nulmeting te doen en verbeteracties op touw te zetten, hebben we grote stappen gezet. Door het hele proces zit een duidelijke lijn, waardoor de CSRD je een houvast geeft.”
2) Ga beginnen en ontdek onderbelichte onderwerpen
De fundering voor de CSRD was er al bij De Vries en Verburg. Zoals Muit het zelf omschrijft: “Duurzaamheid zit in ons DNA waardoor al veel onderdelen van de CSRD gedekt waren in de huidige processen. Wel bleek dat bepaalde accenten anders moesten. Ook gaf het ons een impuls om met tot nu toe onderbelichte onderwerpen aan de slag te gaan. Zo hebben we voor onze CO2-uitstoot in Scope 3 een nieuwe rekenmethodiek uitgewerkt waardoor we hier verbeterd inzicht in hebben en gerichter maatregelen kunnen nemen om deze uitstoot te reduceren”.
3) Duurzaamheid moet gedragen worden door het hele bedrijf
Een belangrijk stap in het proces was draagvlak creëren: het duurzaamheidsbeleid is iets wat het hele bedrijf aangaat, vindt Stuij, en niet alleen het management. “We hebben regelmatig collega’s bijgepraat en meegenomen in het proces, zodat iedereen weet wat er speelt en zich betrokken voelt. Duurzaamheid is niet de taak van slechts één persoon of afdeling. Het moet door iedereen gedragen worden en als een groene draad door al onze werkzaamheden lopen.” Praktisch betekent dat het gebruikmaken van de huidige werkgroepen en stuurgroepen waarbij mensen van verschillende afdelingen samenwerken op diverse onderwerpen.
4) Vertaal de drie CSRD-pijlers naar eigen speerpunten
Environmental, Social en Governance (ESG) zijn de drie pijlers van de CSRD. De Vries en Verburg vertaalde milieu, maatschappij en bestuur naar speerpunten specifiek voor het bedrijf. Muit licht toe: “Goud werkgeverschap, milieubewust ondernemerschap en maatschappelijk betrokken ondernemen. We hebben daar zelf een vierde aan toegevoegd, namelijk een sterke marktpositie. Want met een sterke organisatie kan je nog meer impact op het gebied van duurzaamheid. stabiliteit is belangrijk als fundament voor de andere pijlers.”
5) ‘Het kost tijd, neem die ook’
Hij vervolgt: “Je kan de CSRD als een papieren tijger zien of je kan er voor kiezen duurzaamheid goed aan te pakken en je ambitie erdoorheen te laten klinken. Op die manier heeft rapporteren meerwaarde.” Als les geeft hij mee: “Je bent wel continu bezig om te verbeteren, dus het is slim om vroeg te beginnen aan dit proces en je alvast voor te bereiden op de CSRD. Op die manier heb je tijd om bij te schaven. Het kost tijd, neem die ook.”
6) Ga het gesprek aan met je accountant
Muit voegt daaraantoe: “Data is belangrijk, maar ook het systeem eromheen. Hoe komt deze data tot stand? We hebben gekozen om ons eigen dashboard te maken, die we blijven verbeteren en optimaliseren. Het is ook essentieel om vroegtijdig in het proces van uitwerking de CSRD in gesprek te gaan met de accountant.” De Vries en Verburg heeft tijdens dit proces ook overleg met hun accountantskantoor gehad. “Door tussentijds in gesprek te gaan, kan je makkelijker bijsturen als dat nodig is. Het is dus verstandig om je accountant vanaf het begin mee te nemen in het proces en niet pas op het einde aan te haken.”
7) Besteed niet alles uit
Tot slot, wat is de les die ze willen meegeven aan bouwbedrijven die nog niet verplicht zijn te rapporteren, maar alvast aan de slag willen? “Ga gewoon beginnen en zoek partijen die je kunnen begeleiden, juist voor het opstarten van het proces. Wees alert dat je niet alles uitbesteed, want uiteindelijk moet het een plek binnen je eigen organisatie krijgen. Zoek daarbij aansluiting bij de huidige processen in je bedrijf en integreer het rapporteren.” En de volgende stap voor De Vries en Verburg? “Het integreren en uitwerken van de EU Taxonomie binnen de huidige processen.”
Wat is CSRD?
De afkorting CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive. Beursgenoteerde bedrijven moeten vanaf 2025 gaan rapporteren over boekjaar 2024 over het duurzame karakter van hun eigen organisatie, maar ook over de invloed die de organisatie zelf heeft in de keten en op de omgeving. Drie gebieden komen daarbij aan bod: milieu (Environment), maatschappij (Social) en bestuur (Governance). De rapportage wordt daarom vaak de ESG-rapportage genoemd.
De CSRD zorgt ervoor dat bedrijven transparant zijn over hun impact op milieu en maatschappij. Hierbij moet een bedrijf kijken waar zij de meeste impact op maken en hebben. Denk aan de CO₂-emissies waar het bedrijf verantwoordelijk voor is, de invloed die het heeft op biodiversiteit en de werkomstandigheden van personeel. En dit kan gaan van de milieu-impact voor het fabriceren van staal tot aan de energie die nodig is voor het recyclen van bouwafval. De impactanalyse, ook wel de materialiteitsanalyse, bepaalt de scope van de rapportage – waar het bedrijf vervolgens duurzaam op kan gaan sturen.
Dit artikel is eerder verschenen op de website van DGBC