Uit een onderzoek van onder meer universiteit van Tilburg en Harvard University blijkt dat de taal die door de leidinggevenden binnen een bedrijf wordt gesproken, invloed heeft op de mate waarin een onderneming verantwoordelijkheid neemt voor durzaamheid en sociale aspecten.
Taalkundigen suggereren dat de verplichte toekomstige tijd referentie (FTR) in een taal het psychologische belang van de toekomst vermindert. Voorafgaand onderzoek heeft aangetoond dat sprekers van sterke FTR talen (zoals Engels, Frans en Spaans) minder toekomstgericht gedrag vertonen. Toch heeft het onderzoek niet aangetoond hoe dit mechanisme kan invloed hebben op de toekomst gerichte activiteiten van corporaties. De onderzoekers speculeren dat bedrijven met een sterke-FTR talen als officiële / werktaal minder met een toekomstige oriëntatie zouden hebben en dus slechter presteren in toekomstgerichte activiteiten, zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) in vergelijking met die in zwak-FTR taalomgevingen.
In het onderzoeken van duizenden mondiale bedrijven in 59 landen 1999-2011, vinden de onderzoekers steun voor deze theorie. Ook zien ze dat de negatieve associatie tussen FTR en MVO-prestaties zwakker is voor bedrijven die een grotere blootstelling aan diverse internationale talen hebben als gevolg van (a) wordt het hoofdkantoor in landen met een hogere mate van globalisering, (b) met een hogere mate van internationalisering, en (c) met een CEO met meer internationale ervaring. De resultaten suggereren dat het taalgebruik door bedrijven is een belangrijke culturele variabele dat is een sterke voorspeller van MVO en duurzaamheid.