In 2015 hebben de Verenigde Naties de Sustainable Development Goals (SDGs) aangenomen. Deze Duurzame Ontwikkelingsdoelen moeten de meest urgente problemen op het gebied van armoede, honger, onderwijs, economie, milieu en klimaat aanpakken. De hoge ambities zijn geformuleerd in 17 SDGs. Eén daarvan luidt: Bescherm, herstel en bevorder het duurzaam gebruik van ecosystemen, beheer bossen duurzaam, bestrijd woestijnvorming en landdegradatie en draai het terug en roep het verlies aan biodiversiteit een halt toe.
“Dit is een enorm breed palet aan doelen die soms goed samen te realiseren zijn, maar soms ook strijdig met elkaar zijn,” zegt Gerben Mol van Wageningen Environmental Research. “Om dit te realiseren zijn serieuze maatschappelijke transities nodig, zowel op het gebied van energie en klimaat als op het gebied van voedselvoorziening, circulaire economie, mobiliteit en leefbare steden. Voor veel van deze transities is een duurzaam gebruik en beheer van bodem, water en land essentieel.”
Daarom schreef Mol samen met Margot de Cleen, Co Molenaar, Saskia Keesstra, Saskia Visser en Joop Okx een opiniestuk waarin ze de rol van duurzaam bodem- en landgebruik benadrukken en de urgentie ervan agenderen voor de maatschappelijke transities waar we in Nederland voor staan. Ze laten zien dat de maatschappelijke opgaven te complex zijn voor een sectorale aanpak. Integrale benadering en goede samenwerking tussen alle stakeholders zijn nodig om te komen tot duurzame oplossingen. Hier moet volgens de auteurs voortvarend werk van worden gemaakt: “De bodem is een traag systeem, dus 2030 – het jaar waarin de SDGs moeten zijn gerealiseerd – is al morgen.”