Vorig jaar ontstond er, naar aanleiding van een reportage in actualiteitenrubriek EenVandaag, veel ophef over de Turkse hazelnootteelt. Uit de reportage bleek dat kinderen volop aan het werk zijn op plantages. Nederlandse en Europese politici reageerden geschokt en pleitten voor maatregelen om kinderarbeid in de pluk van hazelnoten uit te bannen. De Turkse overheid beloofde strenger te controleren.
Openheid
Ook bij bedrijven ontstond meer druk om de kwestie aan te pakken. Stop Kinderarbeid en FNV Bondgenoten verzochten de betrokken bedrijven om openheid te bieden en actie te ondernemen. Koepelorganisatie voor de betrokken bedrijven, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), bracht het onderwerp kinderarbeid bij al haar leden onder de aandacht en riep de bedrijven op om meer inzicht te krijgen in de productieketen en waar nodig actie te ondernemen tegen kinderarbeid.
Ondanks de commotie blijkt dat er een jaar later nauwelijks iets is veranderd. Tijdens een fact finding missie in Turkije in september dit jaar constateerden Stop Kinderarbeid en FNV Bondgenoten op diverse plekken dat er van controle op of bestrijding van kinderarbeid nog altijd geen sprake is. De reportage van EenVandaag , uitgezonden op 19 oktober jl, ondersteunt de bevinding.
Dat er nog steeds volop kinderen werken in de Turkse hazelnootpluk doet sterk vermoeden dat bedrijven geen of onvoldoende actie hebben ondernomen om de kinderarbeid in de gehele productieketen uit te bannen.
Samenwerken
Om kinderarbeid in de gehele productieketen te bestrijden, moeten bedrijven en andere betrokkenen nauw met elkaar samenwerken en duidelijke afspraken maken. Daarom roepen wij de FNLI op om het initiatief te nemen om op korte termijn een bijeenkomst te organiseren voor betrokken bedrijven én andere partijen; om te komen tot concrete afspraken en gezamenlijke acties ter bestrijding van kinderarbeid in de pluk van hazelnoten in Turkije.