Stoov, de Nederlandse maker en bedenker van duurzame warmtekussens neemt de eerste Nederlandse plek in op de jaarlijkse Financial Times 1000 ‘Fastest Growing Companies’-ranglijst. Ten opzichte van alle andere deelnemende Europese bedrijven eindigt Stoov op plek 44 en op plek 4 in de categorie ‘E-commerce’. De Financial Times 1000, ook wel de FT1000, is een prestigieuze lijst van de 1.000 snelstgroeiende bedrijven in Europa, die de Financial Times ieder jaar publiceert. Het is na een eerdere vermelding in 2023, de tweede keer dat Stoov op de lijst staat. Het is een nieuwe mijlpaal voor het van oorsprong Utrechtse bedrijf dat recentelijk ook de B Corp-certificering behaalde, succesvol internationaal uitbreidde en sinds kort wereldwijd 1 miljoen mensen verwarmt.
“Ik ben ontzettend trots dat Stoov zo’n indrukwekkende positie heeft verworven op de Financial Times 1000 ‘Fastest Growing Companies’-ranglijst. We bestaan dit jaar 10 jaar en ons enorme succes wordt nu bekroond met de eerste plek op de Nederlandse lijst”, zegt Niek Veendrick, CEO van Stoov. “Sinds onze oprichting in 2014 hebben we ontzettend hard gewerkt aan het ontwikkelen van warmteproducten die zowel innovatie, design als duurzaamheid ademen. Ook kijken we voorbij onze eigen grenzen en boren we steeds meer nieuwe markten aan. Het resultaat van dit harde werken zien we terug in onze enorme groei, maar dit is voor ons slechts het begin. We staan te popelen om wereldwijd een nog grotere impact te maken met onze verwarmende kussens, dekens en kruiken.”
Stoov’s succes valt onder andere af te lezen aan de expansie naar nieuwe markten. Ook heeft Stoov de afgelopen jaren een grote omzetgroei doorgemaakt. Tussen 2019 en 2022 is de omzet gestegen van bijna 1,3 miljoen euro naar 39 miljoen euro. In diezelfde periode groeide het werknemersbestand van 2 naar 18 werknemers. Inmiddels telt het bedrijf 48 werknemers.
Over de FT1000
De FT1000 is een internationale ranglijst van succesvolle bedrijven, die sinds 2017 jaarlijks wordt gepubliceerd door de Financial Times. Bedrijven worden beoordeeld op verschillende criteria. Zo moet een bedrijf een hoofdkantoor hebben in Europa, moet het een zelfstandig bedrijf zijn en moet er sprake zijn van een flinke omzetstijging en organische groei.