De koekfabrikant wil een goede plaats op het schap van de supermarktketen. Dat lukt alleen als er wordt betaald, zo wordt hem duidelijk gemaakt. Zijn donatie valt onder de noemer ‘meebetalen’ aan winkelinfrastructuur, marketing en logistiek. In zo’n systeem komen leveranciers in de verleiding supermarktmanagers persoonlijk te paaien.

Zo blijkt beursfonds Laurus na forensisch onderzoek te zijn gestuit op een twijfelachtige ‘business moraliteit’ van Konmar-topman Peter Stuyts. Hij zou onder meer reizen hebben geaccepteerd van leveranciers die tot de schappen wilden doordringen.

Door felle concurrentie en de druk om op korte termijn resultaten te boeken, neemt de druk toe om ‘onorthodoxe’ middelen in te zetten om zakenrelaties te paaien. Het ene bedrijf verleidt, het andere laat zich verleiden. Circa 90% van de grote Limburgse bedrijven zegt door klanten in verlegenheid te worden gebracht door het vragen van gunsten, zo blijkt uit een onderzoek van adviesbureau KPMG en de Limburgse werkgeversvereniging. Driekwart van de bouwbedrijven wordt geconfronteerd met ‘druk’ van ambtenaren.

Diezelfde bedrijven vinden het echter ‘gepast’ om aan relatiemanagement te doen bij het werven van klanten en het binnenhalen van opdrachten. Het aanbieden van relatiegeschenken en diners worden heel normaal gevonden. Grote geschenken en privé-etentjes worden officieel meestal afgekeurd, maar waar gaat relatiemanagement over in omkoping?

Het is een mistig gebied, zo blijkt uit praktijkvoorbeelden. De succesvolle inkoper krijgt met kerst kisten wijn thuisbezorgd. De hardwerkende manager plakt een weekeindje vast aan een zakelijke bijeenkomst. De bedrijfsleider wordt door het schoonmaakbedrijf uitgenodigd voor het wk-voetbal in Frankrijk. De jubilerende vakbondsman krijgt een keuken aangeboden van een fabrikant. Mag dat?

Internationaal gezien is Nederland officieel een ‘schoon’ land met een plaats in de toptien van minst corrupte landen, zo geeft de corruptieladder van Transparency Internationaal aan. Critici wijzen er echter op dat landen als Nederland wel de betalers zijn van de steekpenningen die ontwikkelingslanden corrupt maken. Afgemeten aan het toenemende aantal maatregelen dat in Nederland wordt genomen om corruptie tegen te gaan, worden de grenzen bij het zakendoen steeds vaker overschreden.

Door het OESO-verdrag tegen corruptie kunnen Nederlanders die in het buitenland steekpenningen betalen, sinds kort in eigen land strafrechtelijk worden vervolgd. Maar door samen te werken met lokale partners in corrupte landen proberen bedrijven toch schone handen te houden. Zo werd de opening van een Makro-vestiging ooit ernstig vertraagd omdat ambtenaren steekpenningen eisten voor de aanleg van infrastructuur. De lokale zakenpartner inviteerde voor het openingsfestijn echter een minister, zodat de plaatselijke ambtenaren wel gedwongen de toegangsweg en parkeerplaatsen aan te leggen.

De Nederlandse overheid maakt binnenkort via een wetswijziging een eind aan de mogelijkheid om steekpenningen als kosten af te trekken van de belastbare winst. Ook daar zijn ontsnappingsroutes mogelijk. De baggeraar die geld moet betalen om een order in Zuid-Amerika binnen te halen, voert het bedrag op als lokale belasting.

Artsen en apothekers mogen spoedig geen cadeaus meer aannemen van de farmaceutische industrie. De overheid bindt dit ‘gunstbetoon’ aan een maximum van euro 50 per jaar. Maar een cursus of congres volgens in exotische oorden op kosten van de farmaceut mag nog steeds; alleen de aansluitende jungletocht en de tas van krokodillenleer moeten worden geweigerd.

Om duidelijkheid te scheppen in het grijze gebied tussen relatiegeschenk en steekpenning, voeren steeds meer ondernemingen een bedrijfscode in. ‘Bijna de helft van de top100 van Nederlandse bedrijven heeft er inmiddels een’, schat directeur Huib Klamer van de Stichting Beroepsmoraal en Misdaadpreventie, een samenwerkingsverband van overheid en bedrijfsleven. De code is vaak nogal breed en abstract, inclusief verantwoordelijkheden jegens de samenleving. ‘Het gaat om uitgangspunten en fundamentele waarden’, zegt Klamer. ‘Als er geen concrete gedragsregels in staan, betekent het niet dat ze er niet zijn. Ze worden vaak in andere bedrijfsregelingen uitgewerkt.’

Ruwweg de helft van de codes bevat volgens de stichting normen en regels over belangenverstrengeling en het aannemen van geschenken. Een aantal is op internet te raadplegen. Zo blijkt in de gedragscode van pensioenfonds PGGM bijvoorbeeld dat zakelijke handelingen geen privé-voordeel mogen opleveren, dat zonder toestemming geen uitnodigingen mogen worden aangenomen, dat diners alleen tijdens reguliere werkbezoeken mogen worden aanvaard en dat PGGM zelf terughoudend is in het uitdelen van relatiegeschenken.

Sommige bedrijven stimuleren ‘klokkenluiders’ om ongewenst gedrag aan te geven. Shell Nederland heeft een centrale vertrouwenspersoon, KPN Telecom een centrale ‘helpdesk security & integriteit’ en Philips Nederland een ‘hotline’ die elk uur van de dag gebeld kan worden.

Voor ambtenaren is het extra lastig werken in het grijze gebied tussen relatiegeschenk en omkoping. Negen jaar geleden zei de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales al: ‘De overheid is wel of niet integer. Een beetje integer kan niet.’ Er is inmiddels een gedragscode voor onder meer het aannemen van geschenken (maximum 100), maar uit de zaak-Peper blijkt dat de grenzen vaag blijven.

Regelmatig duiken affaires op rond belangenverstrengeling en nevenfuncties van ambtenaren. Sinds begin dit jaar functioneert de Commissie Integriteit Rijksoverheid die zelfstandig onderzoek verricht als een misstand die door een ambtenaar wordt gemeld, niet serieus wordt opgepakt.

Paul Fentener van Vlissingen, president-commissaris van het SHV-concern heeft een aantal praktische regels gegeven om aan de goede kant van de scheidslijn te blijven. ‘Geschenken nooit in geld, altijd openbaar en administratief vastgelegd. Geen cadeaus die niet in een etmaal genuttigd kunnen worden. Een fles drank akkoord, een doos fout. Een kaartje voor een voetbalwedstrijd oké, maar niet als je er lang voor moet reizen.’

Bert van Kalles

Dit is het derde artikel over de mores van het zakendoen. De voorgaande aflevering over betalingsgedrag en klantentrouw zijn verschenen op 23 en 26 juni.