Terwijl de prijs van sneakers is gestegen, zijn de lonen van de Cambodjaanse arbeiders die deze sneakers maken enorm gedaald. Hierdoor vallen zij ver onder de armoedegrens. Dat blijkt uit nieuw onderzoek dat vandaag is gepubliceerd door vrouwenrechtenorganisatie ActionAid, Schone Kleren Campagne en de Cambodjaanse arbeidsrechtenorganisatie Center for Alliance of Labor and Human Rights (CENTRAL).
Het rapport “Stitched under Strain: Long term wage loss across the Cambodian garment industry”, brengt nieuw bewijs aan het licht dat arbeiders in fabrieken die produceren voor de grote merken Nike, Adidas, New Balance, GAP, Levi’s en Puma sinds de pandemie een daling in hun loon en hun werkuren hebben geleden waardoor werknemers niet meer in hun basisbehoeften kunnen voorzien*.
Met de stijgende kosten van levensonderhoud roepen Cambodjaanse kledingarbeiders op tot een verhoging van hun loon, zodat ze zich de dagelijkse levensbehoeften zoals voedsel, huur en onderwijs voor hun kinderen kunnen veroorloven. ActionAid roept samen met Schone Kleren Campagne internationale merken op om ervoor te zorgen dat Cambodjaanse kledingarbeiders in hun toeleveringsketen een leefbaar loon verdienen.
Dit onderzoek laat opnieuw de urgentie zien van bindende wetgeving voor bedrijven om mensenrechten, inclusief arbeidsrechten, in hun productieketens te respecteren. Vorige week werd het initiatiefvoorstel voor de Wet Internationaal Duurzaam en Verantwoord Ondernemen (van ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Volt) opnieuw ingediend in de Tweede Kamer. Om zulke soort misstanden in de toekomst te voorkomen, is het van groot belang dat deze wet snel in de kamer wordt behandeld.
“Kledingarbeiders in Cambodja, grotendeels vrouwen, werken zes dagen per week en hebben nog steeds moeite om in de basisbehoeften van zichzelf en hun gezin te voorzien. Uit ons onderzoek is gebleken dat werknemers vanwege de afnemende overuren en salarisverlagingen niet kunnen overleven zonder aanzienlijke schulden aan te gaan. De onrechtvaardige praktijken van grote merken zoals Nike en Adidas houden de arbeiders die onze kleding maken gevangen in een cyclus van armoede. We doen een beroep op wereldwijde merken die in Cambodja produceren om ervoor te zorgen dat de werknemers in hun toeleveringsketens een eerlijk loon krijgen”, licht Anna Hengeveld, Beleidsadviseur IMVO en gender bij ActionAid, toe.
“Ons onderzoek levert direct bewijs dat het huidige minimumloon voor Cambodjaanse kledingarbeiders niet genoeg is om in hun dagelijkse kosten van levensonderhoud te voorzien en dat de lonen sinds de Covid-19-pandemie zijn gedaald. Deze maand voeren Cambodjaanse arbeiders campagne voor een hoger minimumloon. Werknemers en vakbonden hebben de steun van internationale merken nodig om ervoor te zorgen dat aan hun eisen wordt voldaan”, zegt Khun Tharo, programmamanager van CENTRAL.
“We hebben merken nodig die onmiddellijk en verantwoordelijk handelen op basis van hun toezeggingen en beloften om een fatsoenlijk leefbaar loon aan hun werknemers te betalen. Niemand die kleding maakt voor de populairste merken ter wereld zou in werkende armoede moeten leven”, aldus Khun Tharo.
*highlights uit het onderzoek:
- 25 procent van de ondervraagde werknemers heeft sinds 2020 te maken gehad met een daling van het maandelijkse nettoloon, exclusief overuren. Als de overuren worden meegerekend, verdient de meerderheid van de ondervraagde werknemers nu minder dan in 2020, voordat COVID-19 toesloeg.
- De beloning voor overuren, waarvan werknemers afhankelijk zijn om in de basiskosten van levensonderhoud te voorzien, is voor de ondervraagde werknemers tussen 2020 en 2023 met meer dan 60 procent gedaald. Werknemers verdienden vóór de pandemie gemiddeld 36 dollar extra, wat is gedaald naar een gemiddelde van $ 12 per maand in 2023.
- 85 procent van de ondervraagde werknemers meldt dat hun salaris onvoldoende is om tot het einde van de maand in hun levensonderhoud te voorzien, en bijna 50% van de ondervraagde werknemers gaat naar hun werk zonder voldoende te eten.
- 91 procent van de ondervraagde werknemers meldt dat ze ten minste één lopende lening hebben, waarbij 70 procent wijst op de economische onzekerheid van de pandemie als aanjager van de toegenomen schulden. Werknemers melden ook dat ze steeds meer gebruik maken van informele leningen met rentetarieven tot wel 20 procent, waarbij sommige werknemers melding maken van alarmerende nieuwe trends, zoals rechtstreeks lenen van fabriekstoezichthouders.