Vandaag, 2 oktober 2023, opent het nieuwe Social Sustainability Fund (SSF). Bij dit fonds kunnen Nederlandse ondernemers en hun lokale toeleveranciers subsidie aanvragen voor verduurzaming van hun keten. Het SSF heeft als doel om de sociale risico’s in productieketens in kaart te brengen en verbeteringen door te voeren. Het gaat om sociale risico’s zoals kinderarbeid, slechte lonen en onveilige arbeidsomstandigheden. Vooruitlopend op Europese IMVO-wetgeving wil de Nederlandse overheid bedrijven stimuleren om risico’s voor mens en milieu in hun internationale productieketens aan te pakken.
Doelgroep fonds
De primaire doelgroep van dit nieuwe fonds bestaat uit Nederlandse (MKB-)bedrijven in de zogeheten risicosectoren, zoals agro, textiel en mineralen of natuursteen. Deze bedrijven kunnen in partnerschap met lokale toeleveranciers, NGO’s en kennisinstellingen subsidie aanvragen op drie thema’s: bestrijden van kinderarbeid, verbeteren van arbeidsomstandigheden en verbeteren van inkomsten van kleine producenten en boeren of lonen van arbeiders. SSF is een subsidieprogramma dat loopt van 2023 tot 2025. Voor de eerste aanvraagronde in 2023 is een totaalbedrag van €4 miljoen beschikbaar. In Nederland gevestigde bedrijven of maatschappelijke organisaties (NGO’s) kunnen maximaal 70% van de subsidiabele kosten en maximaal €500.000 subsidie aanvragen.
Samenwerken binnen de productieketen
Volgens de nu nog vrijwillige OESO richtlijnen moeten bedrijven de negatieve effecten van hun handelen voorkomen en/of aanpakken. In de praktijk is dat niet altijd eenvoudig. In veel (risico)sectoren vindt nog onverantwoorde productie plaats. Er komen bijvoorbeeld giftige stoffen vrij tijdens de productie, werknemers ontvangen geen fatsoenlijk loon of kinderen worden ingezet tijdens de productie. Ketens kunnen lang en complex zijn, waardoor ondernemers vaak niet weten onder welke omstandigheden hun grondstoffen of producten worden gemaakt. Daarbij zijn Nederlandse bedrijven vaak maar een kleine schakel in de keten en hebben ze beperkte mogelijkheden om problemen in de keten alleen op te lossen. Daarom is het belangrijk dat verschillende partijen in de productieketen gaan samenwerken. Het nieuwe fonds helpt ondernemers daarbij.
Lokaal partnerschap
Een belangrijke voorwaarde in het fonds is daarom het versterken van de betrokkenheid van lokale toeleveranciers en producenten bij de verduurzaming van de productieketen. Dit kunnen textielfabrieken zijn, maar ook landbouwcoöperaties of kleine boeren. Dit betekent dat er in de projecten aandacht moet zijn voor het lokale perspectief en voor de capaciteitsopbouw van lokale partners. Door nauw samen te werken en gezamenlijk problemen aan te pakken, kunnen lokale producenten zich beter voorbereiden op de toekomstige wetgeving en lopen hierdoor minder risico om uitgesloten te worden van de Europese markt.
Wat is de rol van RVO?
RVO ondersteunt Nederlandse bedrijven en hun lokale toeleveranciers bij verantwoord ondernemen in ontwikkelingslanden en opkomende markten. Marjolein Vink, responsible production expert bij RVO: “Elke ondernemer die de nadelige sociale gevolgen van het productieproces in ontwikkelingslanden wil onderzoeken kan bij ons terecht. Vaak weten bedrijven niet waar ze moeten beginnen. SSF kan helpen met subsidie voor onderzoek en het nemen van maatregelen in de keten en de eigen bedrijfsvoering. Zo kan elk bedrijf die subsidie aanvraagt bij SSF een in-company training volgen waarin de eigen bedrijfsvoering centraal staat en wat daarin zou moeten worden aangepast om de due diligence op orde te hebben.”
Op 9 oktober a.s. wordt er een online informatiesessie georganiseerd over dit fonds.