Klimaatleiders, dat zijn de bedrijven die hun CO2-uitstoot weten te reduceren, zullen in het komende decennium een toenemend kostenvoordeel hebben ten opzichte van concurrenten die achterblijven op het gebied van decarbonisatie, stelt Simon Webber, fondsbeheerder bij Schroders. De lange tijd (te) lage CO2-prijzen hebben geleid tot zelfgenoegzaamheid bij sommige bedrijven over de kosten van CO2-emissies. Maar daar gaat verandering in komen nu de CO2-prijzen flink zijn gestegen. Bedrijven die zich niet voorbereiden op het terugbrengen van hun CO2-uitstoot, kunnen nog weleens voor onaangename verrassingen komen te staan, waarschuwt Webber.
CO2-prijzen stijgen
Er staat een prijs op de uitstoot van broeikasgassen. Gewoonlijk maken dergelijke regelingen de handel in CO2-emissierechten mogelijk. Het aantal beschikbare rechten wordt in de loop van de tijd geleidelijk verminderd, zodat de kosten van een recht stijgen en de emissies dalen. Op die manier worden bedrijven gestimuleerd om te investeren in de vermindering van hun emissies. Bedrijven met een lagere uitstoot hoeven minder emissierechten te kopen, waardoor ze een concurrentievoordeel hebben in termen van kosten.
Volgens de meeste onderzoeken is een prijs van ten minste 100 euro per ton CO2 nodig om de wereldeconomie koolstofarm te maken en de klimaatverandering aan te pakken. Lage koolstofprijzen hebben een bepaald soort gedrag en productie gestimuleerd. Dit zal veranderen, stelt Webber. De afgelopen jaren hebben we al een enorm effect gezien van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (ETS), waarbij de prijs van koolstof eerder dit jaar steeg tot ongeveer 100 euro per ton. Dit is gunstig geweest voor producenten van koolstofarme producten.
Europese energieproducenten met lage emissies, zoals Verbund en Orsted, presteerden beter dan die van hun concurrenten toen de CO2-prijzen de pan uit rezen. De lagere CO2-rekening verhoogt de winstgevendheid. De nutsbedrijven die het nu zwaar hebben, zijn de bedrijven die met veel te lage CO2-prijzen rekening hielden. Die lage prijzen wekten de indruk dat zij hun activiteiten niet wezenlijk hoefden te veranderen.
Beprijzing van CO2 wordt uitgebreid
CO2-beprijzing wordt steeds algemener. Het ETS van de EU is een voorbode van wat komen gaat, nu China, Canada en delen van de VS allemaal markten voor CO2-beprijzing ontwikkelen naar het voorbeeld van het EU-systeem. Andere landen voeren CO2-heffingen in om een soortgelijk effect te sorteren. Er moet nog meer worden gedaan om de EU-doelstelling te halen om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. De EU heeft al plannen bekendgemaakt om haar ETS uit te breiden naar een groot aantal verschillende sectoren, waaronder scheepvaart, wegvervoer en gebouwen.
Aan compensatie moet ook een prijskaartje komen te hangen
Ondertussen halen sommige bedrijven de krantenkoppen met hun netto nul-klimaatplannen, maar veel daarvan zijn gebaseerd op het gebruik van compensaties. Een populaire vorm van compensatie is investeren in herbebossingsprojecten. Deze compensaties zijn momenteel voor veel industrieën goedkoper dan investeringen in emissiearme technologie. De prijs van deze compensaties, 5-10 dollar per ton, is onhoudbaar laag. Deze bedrijven zullen in de toekomst gedwongen worden veel hogere prijzen te betalen.
Hogere compensatieprijzen raken de winstgevendheid
De gevolgen voor een bedrijf dat gebruik maakt van compensaties om aan een netto nulverplichting te voldoen kunnen groot zijn. Webber neemt een Europese luchtvaartmaatschappij als voorbeeld. Die heeft toegezegd om een netto-nul-uitstoot te realiseren door compensaties te kopen voor de volledige uitstoot van haar vloot vanaf 2020. De klanten wordt niet gevraagd extra te betalen. Voor de pandemie bedroeg de jaarlijkse uitstoot van de luchtvaartmaatschappij 8,3 miljoen ton CO2. Tegen 5 dollar per ton CO2 bedroegen de kosten om deze uitstoot te compenseren ongeveer 40 miljoen dollar. Er is weinig wiskunde voor nodig om te beseffen dat bij een prijs van 100 of zelfs 200 dollar per ton er geen winst meer overblijft.
Koplopers in CO2-arme technologie hebben een kostenvoordeel
Compensatieprijzen zijn verleidelijk, maar onhoudbaar laag. Ze zijn niet te rechtvaardigen en zullen ook niet zo laag blijven. Het is gewoon een kwestie van gezond verstand dat de wereld een hoger prijskaartje gaat hangen aan koolstofemissies en -compensatie. De waarde van een boom die er 50 jaar over doet om volwassen te worden en gemiddeld een ton koolstof opslaat, zal meer gaan kosten dan 5 dollar. Sommige bedrijven maken dus een grote fout door een te groot deel van hun klimaatinspanningen in compensaties te steken. De bedrijven die hun absolute uitstoot verminderen, zullen zich in een veel betere positie bevinden wanneer de werkelijke kosten van de uitstoot stijgen.
Lees meer in het artikel, How climate leaders will trump complacent companies, van Simon Webber, fondsbeheerder bij Schroders.