Shell heeft hoger beroep ingediend tegen de uitspraak van mei 2021 door de rechtbank in Den Haag. In die uitspraak verplicht de rechtbank Shell om haar wereldwijde CO2-uitstoot met netto 45% terug te brengen in 2030, vergeleken met de hoeveelheid in 2019.
Toelichting Shell:
Voor alle duidelijkheid: we willen een koploper zijn in de energietransitie. We versnellen onze Powering Progress strategie om tegen 2050 een energiebedrijf te zijn met netto nul uitstoot, in lijn met de stappen die onze klanten zetten en de samenleving als geheel. Bovendien hebben we ons tot doel gesteld om de absolute CO2-uitstoot van onze activiteiten tegen 2030 met de helft te verminderen ten opzichte van 2016.
Daarnaast helpen we klanten de zogeheten Scope 3-emissies te verminderen die voortkomen uit het gebruik van onze producten. Denk daarbij aan investeringen in hernieuwbare energie om meer huizen en bedrijven te voorzien van wind- en zonne-energie, zoals recent in Nederland, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en in Australië. Denk daarbij ook aan het bouwen van een uitgebreid netwerk van laadpunten voor elektrische voertuigen. Momenteel exploiteert Shell wereldwijd bijna 90.000 laadpunten en we streven ernaar dit te vergroten tot meer dan 500.000 in 2025.
Schonere brandstoffen
Ook investeren we in schonere brandstoffen voor sectoren die niet eenvoudig kunnen overstappen op elektriciteit, zoals de luchtvaart of zwaar wegtransport. We werken bijvoorbeeld samen met luchtvaartmaatschappijen als KLM en creëren de infrastructuur die nodig is om waterstof uit hernieuwbare energiebronnen als brandstof te gebruiken. De waterstoffabriek die we recent hebben opgestart in China leverde tijdens de Winterspelen meer dan de helft van de benodigde waterstof voor waterstofvoertuigen op de wedstrijdlocatie Zhangiakou. We werken bovendien samen met anderen om innovatieve oplossingen te vinden voor sectoren die moeilijk koolstofvrij te maken zijn.
Onze klimaatdoelstellingen en de acties die we ondernemen om onze strategie te realiseren, ondersteunen niet alleen het Akkoord van Parijs, maar ze positioneren ons ook goed om aan de verplichtingen van de rechtbank te voldoen, ongeacht het beroep. Er zijn echter aspecten van het oordeel van de rechtbank die gewoon niet haalbaar – of zelfs redelijk – zijn om te verwachten van Shell, of een ander enkel bedrijf.
Energiekeuzes van klanten
De rechtbank baseerde haar uitspraak op een ‘ongeschreven zorgvuldigheidsnorm’ naar Nederlands recht. Als ongeschreven zorgvuldigheidsnorm zou het zo voor de hand liggend, algemeen bekend en begrepen moeten zijn dat iedereen – niet alleen landen en bedrijven, maar ieder persoon – weet en accepteert dat ze hun koolstofemissies tegen 2030 met 45% moeten verlagen. Het is niet duidelijk hoe Shell kan worden opgedragen om koolstofemissies te verminderen van klanten die Shell niet controleert, terwijl deze klanten niet een vergelijkbare wettelijke verplichting hebben om hun emissies te verminderen.
Shell wordt ook gevraagd om sneller en verder te gaan dan sectoren zoals luchtvaart, scheepvaart en wegtransport.
Wij werken er continu aan om via de producten die wij verkopen onze klanten te helpen hun uitstoot omlaag te brengen. Maar ondanks het feit dat Shell een grote, wereldwijd opererende energieproducent is, hebben wij alleen geen directe invloed op de energiekeuzes van klanten. Het is aan overheden om met beleid het energieverbruik van de samenleving fundamenteel te veranderen.
Shell wordt ook gevraagd om verder en sneller te gaan dan sectoren zoals luchtvaart, scheepvaart en wegtransport die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van onze gerapporteerde Scope 3-koolstofemissies. De uitspraak verplicht Shell in feite tot een doel dat verder gaat dan ’s werelds meest progressieve beleidstrajecten om elke bedrijfssector koolstofvrij te maken, inclusief het door de Europese Unie voorgestelde “Fit for 55”-pakket.
We zijn het er allemaal over eens dat we snel moeten handelen en samen moeten werken om als wereld over te stappen naar schonere energie. Maar Shell is tot op zekere hoogte beperkt door het tempo waarop klanten en bedrijfssectoren koolfstofvrij worden.
Piekende energieprijzen
Recente uitdagingen rond de energievoorziening en piekende energieprijzen tonen dat de energietransitie zich op meer moet focussen dan het verminderen van koolstofemissies, wil het eerlijk en geordend verlopen. Dit is een politieke balanceer-act, die effectief, door de overheid geleid beleid vereist. Deze uitdagingen kunnen niet worden opgelost via juridische geschillen tussen private partijen en vonnissen tegen individuele bedrijven. Het opdragen aan één bedrijf om zijn emissies én die van zijn klanten te verminderen is geen effectieve manier om klimaatverandering aan te pakken en tegelijk veilige, betrouwbare en betaalbare energie plus economische ontwikkeling voor eenieder te waarborgen.
Om deze redenen gaan wij in beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. En laat duidelijk zijn; dit verandert niets aan onze stevige commitment om een leidende rol te spelen in de energietransitie, via onze investeringen, onze projecten, onze innovatie en onze partnerschappen.