Vergeleken met de energietransitie staat de omslag naar de circulaire economie nog in de kinderschoenen. Buitengewoon jammer, want de circulaire economie kan de energietransitie bij uitstek versnellen – ook al zit er soms wat spanning tussen. Vijf redenen waarom dat zo is, volgens Ton van der Wijst en Alexander van der Vooren, SER-secretarissen Duurzame Ontwikkeling.
1. We worden minder afhankelijk van primaire, schaarse grondstoffen
De energietransitie legt de komende jaren een enorm beslag op schaarse aardmetalen. Dat heeft te maken met de snelle groei van wind- en zonne-energie en de omschakeling naar elektrisch vervoer. De aardmetalen die hiervoor nodig zijn, zijn echter ook al nodig voor computers, mobiele telefoons en andere apparatuur, want de digitalisering gaat nog steeds door. Daar komt bij dat schaarse aardmetalen vooral in of door China worden gewonnen, en dat land heeft dankzij een groeiende economie zelf ook een enorme grondstofbehoefte.
De circulaire economie kan een belangrijke rol vervullen door de afhankelijkheid van primaire grondstoffen terug te dringen. Door kritieke aardmetalen terug te winnen en opnieuw te gebruiken, wordt de leveringszekerheid van grondstoffen voor duurzame energietechnologieën vergroot en kan de energietransitie versnellen.
Voor het gebruik van secundaire grondstoffen is driekwart minder energie nodig dan voor primaire
Voor het gebruik van secundaire grondstoffen, bijvoorbeeld bij de productie van ijzer en staal, is ook nog eens driekwart minder energie nodig dan voor het gebruik van primaire grondstoffen. Dit betekent dat de uitstoot van broeikasgassen en ander vervuilende stoffen navenant afneemt als de circulaire economie serieus vorm krijgt.
2. We kijken niet alleen naar het eind, maar ook naar het begin van de keten
De energietransitie richt zich nu vooral op vermindering van de uitstoot van broeikasgassen ‘aan de schoorsteen’. Dat wil zeggen: bij bedrijven die achteraan in de productieketen zitten. Bedrijven die voor in de keten zitten, worden niet beloond voor besparingen later in de keten.
De circulaire economie richt zich juist op de hele keten van het economisch proces, zowel eerder als later in de keten, en zowel op de directe als de indirecte (broeikas)emissies. De eerste winst is te behalen door maatregelen gericht op de schoorsteen (eind van de keten). De tweede winst is te behalen met de reductie van de vraag naar elektriciteit en warmte en door het gebruik van duurzaam opgewekte elektriciteit en restwarmte. De derde winst is te behalen door duurzaam grondstoffengebruik en de verduurzaming van de industrie.
Het bedenken van alternatieven voor en het recyclen van schaarser wordende grondstoffen, kan fors bijdragen aan het verduurzamen en opschalen van de energietransitie.
3. We zetten biomassa zo hoogwaardig mogelijk in (liever niet als brandstof)
De energietransitie wordt mede mogelijk gemaakt door de bijstook van biomassa in de vorm van restafval en houtpellets in afvalverbrandingsinstallaties en kolencentrales. Ook voor vervoer worden biobrandstoffen gebruikt. De spanning die daarbij komt kijken, is dat de CO2-winst die daarbij wordt behaald, niet ten koste mag gaan van de biodiversiteit en de leef- en arbeidsomstandigheden in de gebieden waar de biomassa vandaan komt.
Vaak zijn er veel nuttigere toepassingen voor biomassa dan inzet als brandstof
Er is ook veel discussie of er wel voldoende duurzame biomassa beschikbaar is om aan de toenemende vraag te voldoen. Vanuit het perspectief van de circulaire economie is het beste om biomassa zo hoog mogelijk in de waardeketen in te zetten. Vaak kunnen er veel nuttiger dingen mee worden gedaan dan het als brandstof te gebruiken.
4. We zien levensduurverlening en energiezuinigheid niet als tegenstelling
De energietransitie gaat nog steeds uit van de lineaire economie. Het gebruik van grondstoffen en energie stijgt weliswaar minder snel, maar is nog niet circulair. Onze huidige economie heeft veel prikkels die tegen de circulaire economie inwerken. De prikkel om nieuwe producten te verkopen is bijvoorbeeld groter dan de prikkel om defecte producten te repareren. De prikkel om nieuwe software te ontwikkelen voor nieuwe producten, is groter dan de prikkel om ervoor te zorgen dat die nieuwe software ook nog op de oude producten draait. En wie wil niet meteen de nieuwste smartphone?
In de circulaire economie ligt de nadruk op levensduurverlenging van apparaten. Dat staat nog wel eens op gespannen voet met de behoefte aan energiezuiniger apparaten. Maar hoe meer er geïnvesteerd wordt in circulaire en modulaire ontwerpen, hoe groter de mogelijkheden om energie-intensieve apparaten te verduurzamen en te recyclen.
5. We hebben oplossingen nodig die op de lange termijn het meest duurzaam zijn
In het huidige kabinetsbeleid is de circulaire economie geen doel op zichzelf, maar lift ze mee met het klimaatbeleid. In het streven naar de hoogste CO2-winst tegen de laagste kosten, moeten circulaire ontwikkelingen het vaak afleggen. In de bouwsector bijvoorbeeld leidt dit tot een strijd tussen circulair en energie. De prioriteit ligt vrijwel altijd bij energiezuinig bouwen, omdat dit financieel voordeliger is dan circulair bouwen.
Het uitstellen van de omslag naar circulariteit levert later alsnog veel kosten en zorgen op
De inzet van secundaire materialen en waardebehoud van gebruikte materialen krijgen in de bouwsector vooralsnog minder aandacht. Maar wat moeten we straks met overbodig geworden isolatiemateriaal en economisch afgeschreven zonnepanelen en warmtepompen?
“Het uitstellen van de omslag naar circulariteit levert later alsnog veel kosten en zorgen op.”
Om de economie en de samenleving te verduurzamen, zijn ze beide nodig: de energietransitie en de overgang naar een circulaire economie. Het tempo van de energietransitie hangt af van de beschikbaarheid van duurzame grondstoffen, aardmetalen en biomassa. Daarom is er integraal en nieuw beleid nodig. Beleid dat zich niet alleen richt op technologische innovaties, maar ook op sociale innovaties, nieuwe vormen van ketensamenwerking, de ontwikkeling van concepten op het gebied van modulair samengestelde producten en innovatief hergebruik. Beleid dat ervoor zorgt dat iedereen kan profiteren van een inherent duurzame, circulaire economie.
Dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van de SER