Om internationale handelsketens te verduurzamen moet meer worden samengewerkt in sectoren. Dat is de boodschap van het rapport ‘Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen door de Nederlandse Levensmiddelenindustrie, Voortgang in cacao, palmolie, soja en koffie in beeld.’. De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) overhandigde het rapport op 15 oktober aan de Tweede Kamercommissie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BuHa-OS).
Geor Schuurman, Marketing Manager en medeverantwoordelijke voor het duurzaamheidsbeleid bij Remia, benadrukte de boodschap met een presentatie over Remia’s betrokkenheid bij de Round Table for Sustainable Palm Oil (RSPO) en de Round Table for Responsible Soy (RTRS).
Voortgang op IMVO-gebied in cacao, palmolie, soja en koffie.
Het rapport, opgesteld in opdracht van de FNLI, beschrijft de inspanningen en resultaten van sectorsamenwerking in vier relevante grondstoffenketens. Initiatieven als het Dutch Initiative for Sustainable Cocoa (DISCO), Dutch Association for Sustainable Palm Oil (DASPO), Round Table for Responsible Soy (RTRS) en certificeringsstandaarden als UTZ demonstreren de kracht van samenwerking tussen bedrijven. Zo was 89% van de in Nederland verwerkte palmolie voor voeding in 2018 van duurzame oorsprong en werkt publiek-privaat samenwerkingsverband DISCO aan ambitieuze doelstellingen voor het structureel verbeteren van de levenssituatie van cacaoboeren en hun families in productielanden.
IMVO Convenant Voedingsmiddelen
De FNLI is sinds 2018 als medeondertekenaar verbonden aan het IMVO Convenant Voedingsmiddelen. Binnen dit convenant werkt de FNLI samen met andere partijen uit de voedingsmiddelensector (CBL en KNSV), maatschappelijke organisaties, vakbonden en rijksoverheid aan het verminderen en voorkomen van risico’s op bijvoorbeeld mensenrechtenschendingen en milieuschade in productieketens. Hier wordt onder andere aan gewerkt door bedrijven ondersteuning te bieden bij het implementeren van due diligence, ook wel genoemd IMVO-risicomanagement.
Internationale samenwerking én beleid
Met het rapport benadrukt de FNLI de stappen die reeds zijn gezet door de levensmiddelenindustrie op het gebied van verduurzaming van internationale handelsketens. Door de complexiteit en het internationale karakter van agrifood-ketens, is samenwerking met verschillende partijen op Europees niveau cruciaal om de transitie naar duurzame handel te maken. Het gaat dan om bedrijven uit de industrie, de toeleveringsketens en overheden en ngo’s .
De FNLI ondersteunt sectorale verduurzamingsinitiatieven en spant zich in om deze te versterken en uit te breiden. Om op een efficiënte manier te kunnen verduurzamen pleit de FNLI tevens voor een Europese aanpak voor het toekomstig IMVO-beleid. Hierdoor kan een internationaal gelijk speelveld worden behouden en lopen bedrijven niet aan tegen verschillende verplichtingen over de grenzen heen.
De Tweede Kamercommissie heeft de toelichting van het rapport met interesse aangehoord en bedankt voor de overhandiging. Na het herfstreces in week 44 zal de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die op Prinsjesdag is gepresenteerd, in de Tweede Kamer behandeld worden. Hierin is door minister Kaag geen nationale wetgeving ten aanzien van IMVO opgenomen, een thema dat de FNLI het afgelopen jaar bezig heeft gehouden.