December 2020 was het dan zover, de officiële oprichting van het Sustainable Industry Lab. Wat dat precies is? Sanne Akerboom is een van de initiatiefnemers en nu directeur van SIL.
Sanne, wat is het Sustainable Industry Lab?
“Het Sustainable Industry Lab externe link, of SIL, is een nieuw samenwerkingsverband waarin academici, overheden, industriële partijen, maatschappelijke partijen en milieuorganisaties samenwerken aan de versnelling van de verduurzaming van de industrie. We brengen bestaand onderzoek en kennis samen. Deze kennis willen we op een onafhankelijke manier uitdragen om zo de kwaliteit van het politieke en maatschappelijke debat te verbeteren.
Het vraagstuk is heel complex en op dit moment gepolariseerd met oneliners. Wij willen een rustig en objectief beeld in dit debat brengen zodat er op de juiste momenten goede keuzes gemaakt kunnen worden. Er zijn heel veel verschillende scenario’s mogelijk voor de verduurzaming van de industrie en elk scenario vraagt om keuzes. Wij maken die keuzes niet, maar brengen ze in kaart en dragen objectief kennis aan die nodig is om de keuze te maken.”
Hoe is het idee van het SIL ontstaan?
“Dat is al een aantal jaar geleden. Zowel Gert Jan Kramer (hoogleraar duurzame energie en mede initiatiefnemer van het SIL) als ik zijn betrokken bij het strategisch thema Pathways to Sustainability en we raakten in gesprek over energieverduurzaming. Ik vanuit mijn achtergrond als jurist en politicoloog en mijn proefschrift over het betrekken van burgers bij windmolens, hij vanuit zijn technische kennis van energie en industrie. Twee totaal verschillende achtergronden, maar we waren allebei van mening dat een interdisciplinaire benadering van de industrie verduurzaming achterbleef. En dat er nu nog tijd is om daar iets mee te doen, straks zijn we te laat.
Na verschillende gesprekken met industriële partners zoals Shell, Nouryon, Esso, Tata en Dow Chemical kwamen we tot de conclusie dat we gedeelde doelen hadden over het bundelen van kennis, het neutraal communiceren over keuzes en consequenties en het verbeteren van de kwaliteit van het politieke en maatschappelijke debat.
Ook andere partijen, zoals TNO, Natuur & Milieu en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat sloten aan waarmee we een zeer breed scala aan inzichten en kennis in huis hebben. Dit hele proces heeft 1,5 jaar geduurd en is volledig samen met externe partners uitgevoerd. Officieel is het SIL in december 2020 begonnen, maar eigenlijk zijn we al meer dan een jaar samen aan het bouwen.”
Wij willen kennis over verduurzaming van de industrie op een onafhankelijk manier uitdragen om zo de kwaliteit van het politieke en maatschappelijke debat te verbeteren.
Waar ben je tot nu toe het meest trots op?
“Ik ben het meest trots dat we in staat zijn geweest om een platform te creëren waar mensen met verschillende achtergronden, vanuit de industrie, overheid, onderzoek, maatschappelijke en milieuorganisaties achter staan, en waar ze het belang van zien. De manier waarop wij het debat willen aangaan is heel origineel. Dat heeft ook te maken met de invalshoek, keuzes en consequenties en met de ambitie om de industriële transformatie te verbeelden.”
Wat hoop je over vijf jaar met het SIL bereikt te hebben?
“De verduurzaming van de industrie is een complex vraagstuk met verschillende scenario’s die allemaal om keuzes vragen. Naast het bundelen van bestaand onderzoek gaan we samen met een creatieve partner die keuzes, de consequenties daarvan en het eindbeeld visualiseren. Op die manier gaan we de kennis op een prettige en begrijpelijk manier delen, zodat de kennis beter toegankelijk wordt voor iedereen. Over twee jaar willen we deze visualisaties klaar hebben. En in de tussentijd uiteraard de samengebrachte kennis op een onafhankelijke manier uitdragen om zo de kwaliteit van het politieke en maatschappelijke debat te verbeteren.
We verwachten dat er de komende jaren nog veel nieuwe kennis en inzichten op het gebied van de verduurzaming van de industrie wordt vergaard. Met die nieuwe kennis zijn er wellicht nieuwe scenario’s richting verduurzaming mogelijk, en kunnen nieuwe keuzes gemaakt worden. We willen in 2025 daarom een tweede set visualisaties publiceren, met updates van de eerste set en nieuwe inzichten uit de tussenliggende jaren.
Deze visualisaties vind ik echt een belangrijke meerwaarde aan dit programma. Het zal het begrip van dit complexe vraagstuk waarschijnlijk heel sterk verbeteren. Ik ben er dan ook zelf heel benieuwd naar.”
Dit interview is eerder gepubliceerd op de website van Universiteit Utrecht