Tot en met 1 juli 2019 hebben 22.407 bedrijfsvestigingen via het digitale loket van RVO.nl laten weten welke energiebesparende maatregelen zij nemen. Deze verplichting komt voort uit de Informatieplicht energiebesparing. Daarnaast staan er nog enkele duizenden rapportages in concept klaar om ingediend te worden. Met name in de laatste weken is het aantal bedrijven en instellingen dat voldaan heeft aan de informatieplicht sterk gestegen. Naar verwachting blijft die stijging ook na 1 juli zichtbaar.
De Informatieplicht komt voort uit de Wet milieubeheer en is ontwikkeld door het Rijk, het bedrijfsleven (MKB-Nederland en VNO-NCW) en gemeenten (VNG). De Informatieplicht is een toevoeging op de Energiebesparingsplicht: de verplichting om alle energiebesparende maatregelen met een vijf jaar terugverdientijd te treffen, die al sinds de jaren ’90 bestaat. Om bedrijven en instellingen hierbij te kunnen ondersteunen en om de afspraken uit het Energieakkoord te halen is in samenwerking met het bedrijfsleven en het bevoegd gezag de informatieplicht voor uitgevoerde energiebesparende maatregelen bedacht. Doel van de informatieplicht is om instellingen en bedrijven te helpen bij het treffen van de juiste energiebesparingsmaatregelen. Het digitaal loket van RVO.nl leidt ondernemers door de voor hen rendabele energiebesparende maatregelen. De gemeenten zijn het bevoegd gezag, die verantwoordelijk zijn voor toezicht op en handhaving van de informatieplicht. Vanaf 1 juli is het verplicht om doorgegeven te hebben welke energiebesparende maatregelen genomen worden.
Meest genomen energiebesparende maatregelen
Uit een eerste, ruwe analyse van de rapportages blijkt dat isolatie van gebouwen, ledverlichting en het toepassen van energiebeheersystemen de meest genomen maatregelen zijn. Het betreft energiebesparende maatregelen die zichzelf binnen 5 jaar terugverdienen. Deze maatregelen zijn vastgelegd in de Erkende Maatregelenlijsten.
Hoeveel bedrijfsvestigingen moeten aan de informatieplicht voldoen?
De informatieplicht geldt voor bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas verbruiken. Niet alle 125.000 bedrijfsvestigingen die boven die verbruiksgrenzen zitten, zijn informatieplichtig. Onder andere de ETS-bedrijven, deelnemers aan de MJA3 en glastuinbouw vallen er niet onder. Daarnaast hoeft een groot deel van de inrichtingen pas 5 december te rapporteren, omdat zij ook auditplichtig zijn onder de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED). Gemeentes en omgevingsdiensten hebben nog geen volledig inzicht in het precieze aantal inrichtingen dat moet rapporteren. Een voorzichtige schatting van het Rijk over het aantal inrichtingen dat op 1 juli aan de informatieplicht zou moeten voldoen houdt rekening met maximaal tussen de 50.000 en 60.000 rapportages.
Alsnog rapporteren
Bedrijven die nog geen rapportage hebben ingediend via RVO.nl, moeten dat alsnog doen. Zij kunnen voor vragen terecht op de websites www.rvo.nl/informatieplicht en www.wattmoetjeweten.nl.
Vervolg
Vanaf 2 juli 2019 kunnen de gemeenten en omgevingsdiensten de rapportages opvragen bij RVO.nl. De informatie uit de rapportages gebruiken zij om te controleren of voldaan wordt aan deze plichten. Naar aanleiding van de rapportages kunnen zij aanvullende vragen hebben of een controlebezoek willen uitvoeren.
Bedrijven die nog niet gerapporteerd hebben, kunnen door het bevoegd gezag gerappelleerd worden en, indien nodig, kunnen er uiteindelijk dwangsommen worden opgelegd om hen alsnog te bewegen om te voldoen aan de informatieplicht.
Er is drie miljoen euro aan het bevoegd gezag verstrekt om hen te ondersteunen bij de informatieplicht. Daarnaast zullen additionele middelen in het kader van de uitvoering van het Urgenda-vonnis gebruikt worden om achterblijvende bedrijven nadrukkelijker aan te sporen en te ondersteunen de informatie aan te leveren en de energiebesparingsmaatregelen te treffen.
MKB-Nederland en branches blijven hun achterban informeren over de informatieplicht. Ook RVO gaat door met de uitgebreide voorlichtingscampagne in aanloop naar 5 december, de datum waarvoor de volgende groep bedrijven moet rapporteren.