De haven van Rotterdam is verantwoordelijk voor bijna 14 miljoen ton CO2 per jaar en staat daarmee op gelijke voet met de vijfde grootste industriële vervuiler van Europa – de kolencentrale van Weisweiler in Duitsland – zo blijkt uit een nieuwe studie waarin de koolstofemissies van havens worden gerangschikt. Antwerpen en Hamburg komen op de tweede en derde plaats, terwijl drie van de top 10 vervuilende havens in Spanje liggen. In een jaar waarin de sector recordwinsten boekt, roept Transport & Environment (T&E) de havens op om zich achter de EU-inspanningen te scharen om de impact van de scheepvaart op het klimaat te beperken.
In de studie, die is uitgevoerd door T&E, wordt gekeken naar de koolstofemissies van schepen die vertrekken uit en binnenkomen in havens in de hele toeleveringsketen, en naar de emissies van activiteiten in de haven zoals laden, lossen en tanken. De scheepvaartsector is een snelgroeiende uitstoter en de Europese havens hebben zich terughoudend opgesteld ten aanzien van mandaten voor schone brandstoffen.
Door de opleving van de handel na de vogelgriep zijn de prijzen van de containervaart de hoogte in geschoten, maar zelfs vóór de pandemie, voor zover er gegevens beschikbaar zijn, verwerkten de havens steeds meer goederen. Tussen 2012 en 2019 zijn de vrachtvolumes in Rotterdam bijvoorbeeld met 13% gestegen. Nu de containerwinsten vorig jaar een recordhoogte bereikten en de winsten van de rederijen zelfs die van Apple en Facebook evenaren, wordt verwacht dat de havens ook in 2021 een lucratief jaar zullen hebben gehad.
Jacob Armstrong, sustainable shipping officer bij T&E, zegt: “De scheepvaartsector doet momenteel een gooi naar winst. Havens vormen daarvan de kern en hun impact op het klimaat is enorm. Maar in plaats van zich achter voorstellen te scharen om de scheepvaart schoner te maken, zoals uitgebreide elektrificatie van havens en mandaten voor groene brandstoffen, doen havens gewoon niet genoeg om de sector schoon te maken.”
Ook de gegevens over scheepsemissies in havens zijn vernietigend. Rotterdam scoort opnieuw het slechtst, terwijl belangrijke havenmetropolen zoals Antwerpen, Piraeus (Athene), Barcelona en Hamburg ook slecht scoren op het gebied van emissies door havenactiviteiten zoals laden, lossen en tanken.
Desondanks hebben havenlobbyisten gepleit tegen strengere doelstellingen voor elektrificatie aan de wal, waardoor de vervuiling in havens zou verdwijnen, en hebben zij gelobbyd tegen dergelijke doelstellingen voor scheepvaartsegmenten zoals olietankers en bulkcarriers. Dit punt is bijzonder wrang voor de havengemeenschappen van Amsterdam en Rotterdam, wijst T&E erop, waar olietankers verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de emissies in de haven.
Naast CO2 pompen traditionele schepen aanzienlijke hoeveelheden schadelijke gassen zoals stikstofoxide (NOx) en zwaveldioxide (SOx).
Jacob Armstrong concludeerde: “Havens kunnen een rechtstreekse impact hebben op het groener maken van onze planeet door te zorgen voor schone scheepvaartinfrastructuur. Dit betekent de installatie van infrastructuur voor het bijtanken van waterstof en elektrificatie aan wal, waardoor schepen hun motoren kunnen uitschakelen en in de haven kunnen inpluggen. Dit zou ook het leven aanzienlijk verbeteren van de mensen die in de buurt wonen van wat momenteel enkele van de meest vervuilde plaatsen op aarde zijn.
De Europese Commissie kan havens helpen door de inkomsten uit de komende koolstofmarkt te bestemmen voor schone brandstofinfrastructuur in havens, adviseert T&E.
De EU-wet op de groene infrastructuur (AFIR) wordt momenteel besproken in het Europees Parlement en de Raad; een definitieve tekst wordt in de tweede helft van 2022 verwacht. T&E roept havens op om het voorstel te steunen.