Op 23 februari is het Voedselverkiezingsdebat. Op verzoek van supermarkten, boeren en de levensmiddelenindustrie gaan politieke partijen in debat over de toekomst van ons voedsel en de rol van de overheid daarbij. Hoe kan dat duurzamer en gezonder? Het afgelopen jaar heeft ons bitter duidelijk gemaakt hoe belangrijk duurzaam en gezond voedsel is. De stikstofcrisis liet zien wat de gevolgen zijn van decennialang intensieve landbouw. Enkele maanden later maakte het Coronavirus duidelijk hoe belangrijk gezondheid en weerbaarheid zijn. Natuur & Milieu vindt het hoog tijd dat de overheid duurzamere en gezondere voeding goedkoper maakt en supermarkten gaat dwingen dit beter aan te bieden én te promoten.
Het wordt de goedwillende consument niet makkelijk gemaakt. Eenmaal in de supermarkt spatten de kortingen op vlees van de schappen en een enkele blik op het prijskaartje van een product met milieu- en dierenwelzijnskeurmerk, brengt de zuinige aard van de Nederlander al snel boven. Je zal toch wel een dief van je eigen portemonnee zijn als je bereid bent hiervoor 10 tot soms wel 50 procent meer te betalen?
Ondanks lovenswaardige inspanningen van bijvoorbeeld de biologische sector is het marktaandeel nog geen 5 procent. Voor veel gezondere voeding, denk aan minder suiker, zout en vet, geldt vaak hetzelfde: ze zijn duurder dan de ongezonde alternatieven die op ooghoogte voor het grijpen liggen.
Inmiddels kampt meer dan helft van de Nederlanders met overgewicht en nemen klassieke welvaartsziekten toe. Het goede nieuws is dat het nieuwe kabinet de kans heeft duurzaam en gezonde voeding tot normen te maken. Mits ze durft af te rekenen met het naïeve geloof in vrijblijvende voorlichting. Het kabinet moet daarvoor drie maatregelen nemen.
Ten eerste ontwikkel beleid dat duurzaam en gezond voedsel goedkoper maakt dan producten die het milieu, dierenwelzijn en de gezondheid schaden. Maak vlees duurder en verlaag de prijs van vleesvervangers, peulvruchten, groente en fruit. Beprijs voedsel met een forse klimaatafdruk, en maak producten goedkoper die klimaat- en natuurvriendelijk zijn en geproduceerd met zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen
Ten tweede: verplicht supermarkten om hun promotiestrategieën te richten op meer plantaardig eten en het verminderen van vlees- en zuivelconsumptie. Stel eisen aan de promotie van plantaardige en dierlijke producten. Elke supermarktmanager dat vlees een traffic good is: goedkoop vlees trekt mensen naar de supermarkt en die nemen dan en passant de rest mee. Geen supermarkt zal dus vrijwillig afzien van prijsstunten met vlees. In een streng concurrerende markt, waar gevochten wordt om een promille extra marktaandeel, is het naïef te veronderstellen dat de branche vrijwillig haar promotie ‘verduurzaamt’.
Ten slotte is het van belang dat óók onze ministers van Landbouw en Financiën gezondheid in hun portefeuille krijgen. Het beleid dat zij maken, moet worden getoetst op duurzaamheid en gezondheid. Het blijft dweilen met de kraan open als deze beleidsterreinen vrijuit gaan, en alleen de minister van VWS verantwoordelijk is voor het in stand houden van de volksgezondheid. Het nieuwe kabinet heeft nú de kans om na jaren van aanpappen en vrijblijvendheid de broodnodige en rigoureuze stap te maken naar voedsel dat goed is voor mensen, klimaat en milieu.
Het afgelopen jaar heeft laten zien dat falend beleid uiteindelijk zijn tol eist. Dit is hét moment om daar verandering in te brengen.
Rob van Tilburg, directeur Programma’s Natuur & Milieu