In een circulaire economie bestaat er geen afval meer en is extra welvaartsgroei mogelijk doordat grondstoffen langer en hoogwaardiger in de economie worden gehouden. Nederland is sterk afhankelijk van de invoer van grondstoffen: meer dan tweederde van onze grondstoffen komt uit het buitenland. Wereldwijde grondstofschaarste en stijgende grondstofprijzen maken onze economie kwetsbaar. Slimmer omgaan met grondstoffen biedt daarentegen juist nieuwe kansen. Het kan voor Nederland leiden tot kostenbesparingen, innovatie en nieuwe verdienmogelijkheden. Op veel plaatsen in Nederland wordt hier al aan gewerkt: verschillende bedrijven werken al volgens circulaire principes, zoals DSM, Desso en Van Houtum papier; provincies verkennen de thematiek in hun strategische beleidsvorming; en ook bij burgers is een omslag merkbaar, met een groeiend aantal lokale leen- en reparatiebedrijven, producthergebruik via kringloopwinkels en nieuwe vormen van dienstverlening, zoals de kledingbibliotheek of repaircafés.
De uitdaging voor Nederland is volgens de Rli om op de bestaande activiteiten voort te bouwen en hiertussen meer samenhang te creëren, waardoor de circulaire economie zich van experiment naar gemeengoed kan ontwikkelen. In het advies werkt de raad een aantal aanbevelingen hiervoor uit, aan het Rijk, provincies, regio’s en gemeenten. Ook doet de raad een oproep om ook via het Nederlandse voorzitterschap van de EU, een circulaire economie Europees verder te ontwikkelen.
In het najaar van 2015 zal de Rli een brede stakeholderbijeenkomst organiseren over het advies, met Rijk, provincies, regio’s gemeenten, kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties.