Nederlanders maken zich zorgen over klimaatverandering, zien in dat duurzamer reizen belangrijk is voor het klimaat en proberen zelf duurzamer te reizen. Toch vinden de meeste Nederlanders dat de Rijksoverheid aan zet is om Nederlanders te motiveren om duurzamer te reizen. Dit blijkt uit het draagvlakonderzoek dat Ipsos I&O in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uitvoerde. In het onderzoek stond het weten, willen en kunnen van Nederlanders op het gebied van duurzamer reizen centraal.
Zorgen over klimaatverandering
Meer dan de helft van de Nederlanders is bezorgd over klimaat gerelateerde onderwerpen als klimaatverandering, de schade aan de aarde en de CO2-uitstoot door reisgedrag. Een kleine groep Nederlanders staat hier neutraal of onverschillig tegenover. Dat Nederlanders zich zorgen maken over de gevolgen van klimaatverandering blijkt ook uit onderzoek van het CBS. Volgens dit onderzoek namen de zorgen over de gevolgen van klimaatverandering voor toekomstige generaties in 2023 toe.
Nederlanders weten hoe duurzamer te reizen
Nederlanders zien in dat duurzamer reizen beter is voor het klimaat en weten ook hoe ze duurzamer moeten reizen. Daarnaast weet meer dan de helft van de Nederlanders waar ze informatie kunnen vinden over duurzamer reizen.
Nederlanders proberen ook duurzamer te reizen
Uit het draagvlakonderzoek komt naar voren dat een groot deel van de Nederlanders probeert om minder auto te rijden, meer te fietsen, minder te vliegen en vaker het openbaar vervoer te gebruiken. Een elektrische auto rijden, de eigen (fossiel aangedreven) auto wegdoen en/of een deelauto gebruiken is voor de meeste Nederlanders (nog) niet aan de orde.
Figuur 1 – Geef van elk onderwerp aan in hoeverre u dit normaal gesproken doet? Basis: allen, n=1.569, percentage ‘weet ik niet/geen mening’ is niet in de figuur weergegeven
In lijn met deze (meer) duurzame reisgedragingen waren er volgens het CBS in 2023 meer check-ins in het openbaar vervoer. Tegelijkertijd rapporteert het CBS een toename van het aantal luchtvaartpassagiers in 2023. Een groot deel van de Nederlanders zegt wel minder te willen vliegen en autorijden, maar geaggregeerd gebeurt dat niet.
Afstand en kosten beperken duurzamer reizen
Een grote groep Nederlanders wil de auto niet wegdoen en wil (of kan) geen elektrische auto rijden. De af te leggen afstand en kosten zijn hiervoor de belangrijkste redenen. Zo hebben Nederlanders de auto nodig omdat er geen geschikt alternatief is voor de af te leggen afstand en vinden de meeste Nederlanders een elektrische auto te duur.
Rijksoverheid volgens Nederlanders aan zet
Nederlanders vinden dat er een grote rol bij de Rijksoverheid moet liggen om te zorgen dat mensen duurzamer reizen. Zo vindt men dat er (meer) overheidsbeleid nodig is om Nederlanders te motiveren om duurzamer te reizen.
Verschillende achtergrondfactoren bepalen draagvlak
Over het algemeen is het draagvlak voor de verduurzaming van mobiliteit onder vrouwen, hoger opgeleiden, Nederlanders met een hoger inkomen en Nederlanders woonachtig in een sterk stedelijke omgeving hoger dan onder mannen, lager opgeleiden, Nederlanders met een lager inkomen en Nederlanders woonachtig in een minder sterk stedelijke (lees: plattelands) omgeving. Daarnaast is er meer draagvlak onder Nederlanders die frequent (dagelijks, wekelijks of maandelijks) fietsen of met het OV reizen dan Nederlanders die dit niet frequent doen. Onder frequente autorijders (met een autorijbewijs en auto) is minder draagvlak dan onder niet-frequente autorijders (zonder rijbewijs en auto). Hieruit kun je opmaken dat er meer draagvlak is onder Nederlanders die al bewegen of wonen in een omgeving met een fijnmazig OV netwerk dan onder Nederlanders die minder bewegen, wonen in een gebied met minder fijnmazig OV en daardoor meer op de auto zijn aangewezen.
Onderzoeksverantwoording
Het veldwerk voor dit onderzoek liep in het I&O Research Panel. In de tweede week van november 2023 ontvingen respondenten de uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek. In totaal namen 1.569 Nederlanders deel aan het draagvlakonderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op leeftijd, geslacht, stedelijkheid en inkomen en daarmee representatief voor de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder op deze kenmerken.