Tegen 2050 de wereldwijde koolstofuitstoot naar nul brengen. Dat is ons doel. We hebben dus nog 9 jaar om onze CO2-voetafdruk met 30 miljard ton te verlagen. Tenminste, als we op schema willen blijven. Het goede nieuws? Dat is haalbaar. En de particuliere sector kan deze transformatie versnellen.
Op dit moment wordt het merendeel van de vrijwillige klimaatactie ondernomen door beursgenoteerde bedrijven die netto nul-doelen stellen en beleidsverklaringen voor verantwoord ondernemen stimuleren. Maar dit is bij lange na niet genoeg om de klimaatdoelstellingen te behalen. Bovendien is een grote groep klimaatvervuilers – met name niet-beursgenoteerde leveranciers van fossiele brandstoffen – niet transparant over hun werkelijke uitstoot.
Tegelijkertijd zien we toenemende druk vanuit de consument. De milieuschade van het bedrijfsleven, variërend van luchtvervuiling tot negatieve impact op de biodiversiteit, is enorm. En, ondanks dat actie van overheden uitblijft, eist de consument wel steeds meer verantwoording. Kortom, er is werk aan de winkel.
Waarom het niet sneller gaat
Er zijn verschillende factoren die de emissiereductie in het bedrijfsleven vertragen. Allereerst ligt de gemiddelde koolstofprijs (de prijs die een bedrijf betaalt voor het uitstoten van broeikasgassen) rond de 5 tot 10 euro per ton uitstoot. Áls een overheid hiervoor al laat betalen. Ter vergelijking: de daadwerkelijke schade per ton is circa 100 euro. Ofwel, het tienvoudige. Het wordt bedrijven dus te makkelijk gemaakt om op dezelfde voet verder te gaan. Ons recente onderzoek bevestigt dit: totdat overheden goed klimaatgedrag beter belonen zullen bedrijven zich qua klimaatvervuiling slecht blijven gedragen.
Dit zorgt er ook voor dat bedrijven weinig urgentie voelen om te investeren in koolstofkredieten, waarmee ze kunnen compenseren voor hun eigen emissies. En de meeste investeerders haken af wanneer deze kredieten geen hoge winst opleveren. Bedrijven die wél willen? Zij hebben ook moeite met het uitstippelen van hun route naar duurzame bedrijfsvoering.
Investeren in koolstofkredieten wordt namelijk snel afgedaan als ‘greenwashing’. De enige juiste oplossing is volgens de media om volledig emissievrij te worden door de gehele bedrijfsvoering en waardeketen. Maar dat is voor het gros van de organisaties simpelweg (nog) niet mogelijk. Dan maar niets doen? Ook geen optie. Bij South Pole geloven we dat de puzzel van de klimaatagenda op verschillende manieren kan worden gelegd.
Sleutelrol particuliere sector
We hoeven niet op overheden te wachten, maar kunnen zelf klimaatactie ondernemen. De particuliere sector kan een sleutelrol spelen in het versnellen van de wereldwijde decarbonisatie. Deelname aan de vrijwillige koolstofmarkt vormt hierbij juist een transparante, efficiënte én rendabele stap. Compensatie voor de uitstoot van een bedrijf is namelijk cruciaal, en wel om 3 redenen: het verbindt een prijs aan CO2, trekt financiering aan voor duurzame en verdienstelijke projecten en stelt bedrijven in staat om iets in plaats van niets te doen. En terwijl hun emissies worden gecompenseerd, krijgen ze lucht om oplossingen te ontwikkelen die de eigen uitstoot verminderen en resterende emissies neutraliseren.
Niet of-of, maar en-en
De tijd van plannen en ambities is voorbij: we zijn toe aan concrete doelstellingen en mijlpalen voor emissiereductie. En laten we gelijk een einde maken aan de discussie over of interne CO2-reductie of externe CO2-compensatie beter is. Als we enige kans willen maken op het behalen van onze klimaatdoelstellingen is het niet ‘of-of’, maar ‘en-en’. En de toewijding van het bedrijfsleven aan de klimaatagenda kan de aanjager zijn voor de wereldwijde transformatie naar een koolstofarme economie.
Download hier het volledige onderzoeksrapport van South Pole: “How should the private sector step up climate action?”
Over de auteur
Riccardo Decarolis is Regional Director Benelux bij South Pole en begeleidt bedrijven bij het realiseren van hun duurzaamheidsambities. South Pole is een toonaangevend internationaal consultancybureau en klimaatprojectontwikkelaar gespecialiseerd in duurzaamheid. Zo ook in de Benelux, waar een team van 35 duurzaamheidsadviseurs en klimaatprojectontwikkelaars organisaties op weg helpt naar een Net Zero-impact en een toekomstbestendig groeimodel.