Het is de Week van de Circulaire Economie, van 1 t/m 6 februari. Maar wat maakt een economie nu circulair? En hoe circulair is Universiteit Leiden eigenlijk? René Kleijn, docent van de honours class ‘Circular Economy: from challenge to opportunity’ legt het uit.
Wat is nu precies een circulaire economie?
(lachend): ‘Heb je even? Ik geef mijn studenten aan het begin van de cursus altijd een artikel om te lezen met daarin 150 definities van circulaire economie. Maar waar het op neer komt is dat je materialen, grondstoffen of producten op een zo hoog mogelijk niveau blijft gebruiken. Mensen denken bij circulaire economie vaak aan recycling, maar dat is eigenlijk een heel laag niveau van hergebruik. Het gaat ook om redesign: producten anders ontwerpen, van andere stoffen bijvoorbeeld. En zelfs nog weer een niveau daarboven, dat noemen we rethink: onszelf afvragen of we het product überhaupt wel nodig hebben. En daarbij: een circulaire economie is in mijn optiek geen doel op zich. Het is een middel dat wij kunnen inzetten om onze maatschappij duurzamer te maken.’
Je geeft de honours class Circular Economy: from challenge to opportunity. Wat voor opdrachten krijgen studenten ?
‘De honours class bestaat uit een theoretisch deel en een praktisch deel. Voor het praktische deel krijgen de studenten in groepjes een casestudy in de regio, bijvoorbeeld bij een bedrijf, overheid of andere organisatie in de Leidse regio. De studenten helpen dan bij een project of met een vraagstuk dat te maken heeft met circulariteit. Een voorbeeld is de bouw van BioPartner5, een nieuw pand op het Bio Science Park. Sowieso een pand waar circulariteit belangrijk was: bij de bouw zijn stalen balken gebruikt die uit het oude Gorlaeus Gebouw kwamen. De opdracht voor de studenten was: denk na over een circulaire kantine. Het mooie is dat je dat heel breed kunt aanpakken: de een gaat gelijk aan de slag met het meubilair, de ander met het aanbod aan eten en drinken, en nummer drie gaat nadenken over de uitstraling, en of je daar gedrag van mensen mee kan sturen.’
‘Een andere groep ging aan de slag met het afval uit de operatiekamers van het LUMC. In het ziekenhuis wordt natuurlijk ontzettend veel materiaal eenmalig gebruikt. Uit het oogpunt van hygiëne is dat heel logisch. Maar ook het ziekenhuis zoekt naar manieren om duurzamer te werken. Dus gingen de studenten op zoek: zijn er materialen met minder verpakkingsmateriaal, of alternatieve producten die je kunt steriliseren en hergebruiken. En valt er nog wat te winnen met beter afval scheiden – zij maakten een analyse waar het ziekenhuis mee aan de slag kan.’
Duurzaamheid is een belangrijk thema voor de universiteit als ‘bedrijf’. Hoe circulair opereert de de universiteit?
‘Ik vind dat de universiteit best veel aan duurzaamheid doet, en het meeneemt in de bedrijfsvoering. Er wordt veel afval gescheiden en gerecycled, er zit een enorm zonnepanelendak op het collegezalengebouw van Wiskunde en Natuurwetenschappen, en het oude Gorlaeus Gebouw is duurzaam gesloopt. Het Leiden University Green Office (LUGO, red.) speelt ook een belangrijke rol, om bewustzijn te creëren bij studenten en medewerkers maar ook om te laten zien wat er al gebeurt op dit gebied. En in steeds meer vakken en studies is er aandacht voor het thema circulaire economie. Uiteraard in de master Industrial Ecology en de nieuwe master Governance of Sustainability, maar ook bij Life Science and Technology en in de bachelor van Rechten. En naast het reguliere onderwijs ontwikkelen we MOOCs over dit thema, die voor iedereen te volgen zijn.’
‘Binnen de Leidse universiteit wordt veel onderzoek gedaan naar circulariteit en duurzame alternatieven voor bijvoorbeeld energie. Naast dat we al die resultaten presenteren aan de maatschappij en het bedrijfsleven, hebben we als universiteit ook de verantwoordelijkheid om een leidende rol te spelen. Natuurlijk zijn er altijd dingen die nog beter kunnen. Maar met het LUGO, de nieuwe duurzaamheidsvisie in de maak en een nieuwe voorzitter van het college van bestuur met duurzaamheid in haar portefeuille, is Leiden goed bezig.’
Dit interview is eerder geplaatst op de website van Universiteit Leiden