De rechtbank Rotterdam heeft vandaag een (tweede) tussenvonnis gewezen in de zaak die de gemeenten Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Molenlanden tegen onder meer Chemours en haar rechtsvoorganger DuPont (oud) hebben aangespannen. In dit vonnis is vast komen te staan dat de uitstoot van PFOA door Chemours in een bepaalde periode onrechtmatig was. Voor die periode is Chemours ook aansprakelijk voor de schade die de gemeenten daardoor hebben geleden.

Voor andere periodes waarin PFOA werd uitgestoten en voor de uitstoot van Gen-X ligt dat anders. Daarover wordt pas in het eindvonnis een oordeel gegeven.

Procedure

De gemeenten stellen dat zij schade hebben geleden door de uitstoot naar de lucht van PFOA en GenX-stoffen (PFAS-soorten) vanuit de fabriek van Chemours in Dordrecht. Zij vorderen schadevergoeding, onder meer omdat hun eigen percelen zijn verontreinigd.

Het gaat hier niet om een strafzaak, niet om lozingen rechtstreeks in de bodem of op het water en ook niet over de mogelijke schade van omwonenden van de fabriek van Chemours.

In dit tussenvonnis wordt rekening gehouden met de verschillen in schadelijkheid tussen PFOA en GenX-stoffen. Verder wordt over de verschillende periodes waarin is uitgestoten apart een oordeel gegeven.

De kennis over de stoffen en diverse andere aspecten van de situatie zijn veranderd in de loop van de zeer lange periode waarover de procedure gaat en daarmee moet rekening gehouden worden. Eerder was door de rechtbank al beslist dat er geen sprake is van verjaring.

Vergunningen

De voorganger van Chemours, DuPont (oud), stootte tientallen jaren PFOA uit (en Chemours zelf ook korte tijd). Daar hadden ze vergunningen voor. Aan die vergunningen hielden ze zich.

Tot 1 juli 1984 was dat uitstoten, tegenover de gemeenten, geen onrechtmatige daad. Het is in deze procedure niet vast komen te staan dat DuPont (oud), met de kennis van toen, in die tijd meer had moeten vertellen aan de vergunningverlener of de gemeenten dan ze heeft gedaan.

Onrechtmatige uitstoot van PFOA

De uitstoot van PFOA naar de lucht in de periode van 1 juli 1984 tot en met 1 maart 1998 is wel een onrechtmatige daad ten opzichte van de gemeenten. Omdat DuPont (oud) de vergunningverlener en de gemeenten in deze periode onvoldoende heeft ingelicht over de mogelijke risico’s van deze uitstoot en haar eigen zorgen daarover, kunnen Chemours en DuPont (oud) zich wat betreft deze periode niet beroepen op de verleende vergunningen.

In deze periode heeft DuPont (oud) de uitstoot van PFOA naar de lucht ook niet beperkt. Chemours en DuPont (oud) zijn aansprakelijk voor de schade die de gemeenten hierdoor hebben geleden.

De rechtbank is nu nog niet in staat definitief te beslissen of de emissie van PFOA in de periode van 2 maart 1998 tot 2012, toen het gebruik van PFOA eindigde, al dan niet onrechtmatig was. De procedure wordt op dit punt voortgezet.

Objectieve maatstaven

Voor de periode vóór 1 juli 1984 en de periode na 2 maart 1998 is er wel een onrechtmatige inbreuk op het eigendomsrecht van de gemeenten voor zover uitgestoten PFOA-deeltjes zijn terechtgekomen op percelen van de gemeenten.

Dat geldt alleen als de hoeveelheid zo groot is dat dat naar objectieve maatstaven door de gemeenten niet getolereerd behoeft te worden. Chemours en DuPont (oud) zijn in dat geval aansprakelijk voor de kosten van verwijdering van deze PFOA-deeltjes.

GenX: niet onrechtmatig

De uitstoot van GenX-stoffen naar de lucht vanaf 2012 is geen onrechtmatige daad ten opzichte van de gemeenten. De gemeenten hebben niet goed genoeg uitgelegd wat de risico’s zijn van de relatief kleine hoeveelheden GenX-stoffen die zijn uitgestoten. Daarbij is rekening gehouden met de verleende vergunningen en met de informatie die door Chemours is verschaft.

Kosten van verwijdering

Toch is het mogelijk dat de hoeveelheid op de percelen van de gemeenten terechtgekomen GenX-stoffen uiteindelijk zo groot is dat dat naar objectieve normen een inbreuk op hun eigendomsrecht oplevert. In dat geval dient Chemours de kosten van verwijdering te vergoeden.

De schade

Over de hoogte van de schade kunnen de gemeenten, Chemours en DuPont (oud) in een vervolgprocedure nog verder debatteren. De rechtbank heeft wel alvast een oordeel gegeven over sommige door de gemeenten opgevoerde schadeposten, zoals de gevorderde kosten voor de inzet van ambtenaren, advisering, voorlichting en bloedonderzoeken bij omwonenden. Die kosten hoeven Chemours en DuPont (oud) niet te vergoeden.

Vervolg

Er komt nu een schriftelijke ronde over de uitstoot van PFOA vanaf 2 maart 1998 en misschien, als dat nodig is, nog een zitting. Het eindvonnis kan pas daarna gewezen worden. Wanneer dat zal zijn is nu nog niet duidelijk, maar in elk geval niet meer in 2023.