Het Ministerie van Economische Zaken heeft aan een consortium bestaande uit TNO, EU, NEVI (Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagement), HCSS en Universiteit Leiden/CML gevraagd een studie te doen naar de mate waarin de Nederlandse economie afhankelijk is van de leveringszekerheid van 64 abiotische grondstoffen (mineralen en metalen), en tevens de data toegankelijk te maken voor gebruik door het Nederlandse bedrijfsleven. Het rapport beschrijft het eerste deel van deze vraag; het tweede deel wordt ingevuld door de ontwikkeling van een webbased tool die naar verwachting in de loop van 2016 ter beschikking komt.
De studie vindt plaats tegen de achtergrond van een wereldwijde zorg omtrent de korte- en langetermijn beschikbaarheid van grondstoffen. Met name de verschuiving van machtsverhoudingen in de wereld draagt bij aan een gevoelde vermindering van leveringszekerheid van grondstoffen bij importerende landen. In Europa heeft dat geleid tot een kritikaliteitsanalyse, waarbij momenteel 20 materialen als kritiek zijn bestempeld voor de Europese economie.
Het Nederlands beleid is verwoord in de grondstoffennotitie en het programma Van Afval Naar Grondstof (kamerstuk 33 043, nr. 28) die beiden inzetten op de transitie naar een circulaire economie. Daarbij worden kwetsbaarheden op het gebied van grondstoffenvoorzieningszekerheid omgezet in kansen voor de circulaire economie. Het in kaart brengen van de risico’s en kansen zoals deze studie doet maakt daar onderdeel van uit.
Deze studie richt zich op 64 abiotische grondstoffen Na twee eerder verschenen verkennende rapporten (CBS,2010; TNO, 2014), geeft dit rapport een volledig beeld van de mate waarin de Nederlandse economie verweven is met de beschikbaarheid van 64 abiotische materialen. Op hoofdlijnen laat het rapport zich verdelen in:
- Een beschrijving van de 64 grondstoffen;
- Een overzicht van indicatoren die de mate van kritikaliteit bepalen;
- Een analyse van de kritikaliteit;
- Een actie- en onderzoeksagenda