Vier op de tien Nederlandse bedrijven zijn niet voorbereid op de transitie naar een duurzame en inclusieve economie. Zij beschikken over te weinig verandervermogen: de mate waarin ze nieuwe marktomstandigheden herkennen, op waarde schatten en kunnen omzetten in een andere bedrijfsvoering. Terwijl dit juist cruciaal is in deze transitie. Daarom zou er een stresstest moeten komen om te meten of bedrijven bestand zijn tegen transitieschokken. Dat schrijven onderzoekers van RaboResearch in hun vandaag verschenen studie naar het verandervermogen van het Nederlandse bedrijfsleven, waarvoor zij 1.500 Nederlandse bedrijven ondervroegen.
Het Nederlandse bedrijfsleven zit midden in de transitie naar een duurzame en inclusieve economie. Steeds vaker moeten bedrijven niet alleen financiële waarde toevoegen, maar ook ecologische en sociale waarde, zegt RaboResearch-econoom Sjoerd Hardeman. “We zagen dat de voortgang van bedrijven op deze transitie sterk samenhangt met hun verandervermogen. Van de ondervraagde bedrijven was 40 procent in enige mate kwetsbaar om – gezien hun verandervermogen – hierin stappen te zetten. Met name veel van de allerkleinste bedrijven – tot tien werknemers – zijn gezien hun verandervermogen kwetsbaar. Meer sturing op verandervermogen is bij deze bedrijven daarom noodzakelijk. De vraag is natuurlijk wel welke bedrijven precies worden geraakt door de transitie en op welke manier. Dit zal voor verschillende onderdelen van de transitie anders liggen: het ene bedrijf ziet zich vooral geconfronteerd met veranderend grondstoffengebruik, terwijl voor het andere bedrijf vooral energieverbruik een punt van aandacht is.”
Dringend actie nodig
Om de transitie naar een duurzame en inclusieve economie te versnellen, is volgens Hardeman dringend actie nodig. “Deels moet deze actie komen vanuit de omgeving waarin bedrijven opereren; denk aan een overheid die duurzaam en inclusief ondernemerschap beloont en het tegenovergestelde ontmoedigt. Maar deels vraagt versnelling ook wat van bedrijven zelf. Ons onderzoek laat zien dat veel bedrijven onvoldoende in staat zijn om veranderende marktomstandigheden te herkennen, op waarde te schatten en te vertalen naar benodigde aanpassingen in de bedrijfsvoering. Om op de middellange tot langere termijn niet voor verrassingen te komen staan, is het voor deze bedrijven noodzakelijk om aan de slag te gaan met hun verandervermogen.”
Managementpraktijken versterken
Dit kan door bijvoorbeeld nadrukkelijk aandacht te besteden aan hun managementpraktijken en/of door in te zetten op onderzoek, ontwikkeling en innovatie, vervolgt de econoom. “Denk bij het versterken van managementpraktijken aan training en opleiding, eventueel in combinatie met coaching vanuit bedrijven die hier al verder in zijn. En bij onderzoek, ontwikkeling en innovatie spelen investeringen natuurlijk een rol. Maar ook kun je denken aan het aangaan van strategische samenwerkingsverbanden met onderwijs- en onderzoeksinstellingen, eventueel in samenspraak met sectorale of regionale organisaties.”
Niet de enige transitie
Uiteraard is de overgang naar een duurzame en inclusieve economie niet de enige transitie die op bedrijven afkomt, benadrukt de onderzoeker. “Denk bijvoorbeeld aan de digitaliseringstransitie. En ook hier zijn bedrijven die over meer verandervermogen beschikken doorgaans meer geneigd om digitalisering te omarmen. Tegelijkertijd is daarmee niet gezegd dat iedere transitie voor ieder bedrijf even relevant is. Los van aandacht voor verandervermogen is het dus van belang dat duidelijker wordt welke transities voor welke bedrijven van belang zijn. Naast aandacht voor verandervermogen moet dus duidelijk worden wat voor verschillende bedrijven de verandernoodzaak is. Deze noodzaak bepaalt namelijk welke bedrijven worden geraakt door de verschillende transities en welke bedrijven zich dus moeten aanpassen aan de veranderde omstandigheden.”
Transitiestresstest
Hardeman pleit dan ook voor een stresstest om duidelijk te krijgen in hoeverre bedrijven problemen ondervinden gedurende de diverse transities. “Een stresstest kan een nuttig instrument zijn voor zowel ondernemers als overheden. Sinds de financiële crisis van 2007-2009 zijn er stresstests ingesteld voor financiële instellingen om vast te stellen welke van hen het hoogste risico lopen en welke schade ze kunnen oplopen bij een volgende crisis. Zo’n stresstest bestaat helaas niet voor het bedrijfsleven. Regelmatig testen van de transitiebestendigheid van bedrijven levert ondernemers meer inzicht op in hun kwetsbaarheid. Bovendien kan de overheid op deze manier kennis vergaren die zij kan gebruiken bij de vormgeving van beleid, bijvoorbeeld om geraakte bedrijven gericht te ondersteunen. Zo worden beleidsmaatregelen effectiever en efficiënter.”
Foto: Rabobank