Bij het kopen van pennen, USB-sticks en andere gadgets voor promotiedoeleinden hebben de afnemers van Poulis vaak alleen oog voor de prijs. Of het promotiemateriaal, dat vaak in China voor miljoenen euro’s door multinationals wordt ingekocht, ook veilig, milieubewust en menswaardig is gemaakt, interesseert hen minder.
De branchevereniging hoopt dat hierin verandering komt na het Chinese echec van Mattel. Deze Amerikaanse onderneming moest afgelopen zomer speelgoed terugroepen nadat was gebleken dat het in China ondeugdelijk was gemaakt. Het speelgoed bevatte lood en was daarom giftig voor kinderen.
Bedrijven riskeren volgens Poulis, net als Mattel, grote reputatieschade door hun promotiemateriaal min of meer gedachteloos in te kopen. Hij wijst op fabrikanten die met knuffelbeertjes proberen kindervoeding te verkopen. Een fabrikant die er alleen op let of zijn eten koosjer is en de kwaliteit van de beer veronachtzaamt, kan van een koude kermis thuis komen.
Terwijl ze zich volgens hem gemakkelijk kunnen indekken. Het enige wat ze hoeven te doen is gecertificeerd promotiemateriaal kopen. Poulis: ‘Onze taak is het om afnemers ervan te doordringen dat ze onze expertise kunnen inhuren, maar dan moeten ze ook hun verantwoordelijkheid nemen: accepteer dat er getest en gecontroleerd wordt en dat dit geld kost.’
Maar Poulis richt zich niet alleen op de kopers van promotiemateriaal. Hij heeft ook zijn collega’s op het oog. Door meer kennis met elkaar te delen moeten de leveranciers van promotiemateriaal zo veel mogelijk voorkomen dat ondeugdelijke spullen op de Europese markt komen.
Bovendien wil Poulis de bezem halen door zijn eigen branche. Er is volgens hem geen plaats meer voor bedrijven die ondeugdelijk materiaal aanschaffen in landen als China om daarmee consciëntieuze collega’s uit de markt te prijzen. Een eerste stap heeft de branchevereniging PPP al gezet. Voor de 325 leden, samen goed voor een jaaromzet van euro 1,1 mrd, is er sinds kort een gedragscode.
Wie die weigert te ondertekenen, moet rekening houden met sancties, waarschuwt Poulis. Ze zullen sowieso met naam en toenaam vermeld worden op een lijst die klanten kunnen raadplegen. Maar voor de weigeraars dreigt ook royement. Poulis: ‘We gaan dan met hen praten en als blijkt dat hun argumenten kant noch wal raken, dan moeten we ons afvragen of zo’n bedrijf wel lid kan blijven.’