In haar proefschrift laat promovenda Magda Smink zien hoe gevestigde organisaties met fossiele belangen de Nederlandse energietransitie beïnvloeden. Hiervoor bestudeerde zij het gedrag van de gassector ten aanzien van groen gas, en het gedrag van de olie-industrie ten aanzien van biobrandstoffen.
Voor de energietransitie zijn niet alleen nieuwe energietechnologieën van belang, maar ook instituties. Instituties zijn de geschreven en ongeschreven regels die deels ons gedrag bepalen, zoals bijvoorbeeld snelheidsregels in het verkeer. Gevestigde organisaties zijn veel effectiever in het vormen en beïnvloeden van relevante instituties (voornamelijk regelgeving) die hun belangen ondersteunen dan nieuwe spelers. Hierin slagen ze door samen te werken met de overheid, altijd een alternatief plan te presenteren, bedrijfsbelangen als maatschappelijk belang te framen, onderzoek te laten uitvoeren dat hun plan ondersteunt, en via de media de publieke opinie te beïnvloeden.
Als gevolg hiervan hebben de gevestigde bedrijven een grote invloed op het verloop van de Nederlandse energietransitie. De Nederlandse overheid zou daarom onafhankelijk van gevestigde organisaties een visie op de energietransitie moeten ontwikkelen en daarvoor actief de ideeën van nieuwe, minder invloedrijke spelers moeten verzamelen.
Gevestigde organisaties hebben ook invloed op de energietransitie door het volgen van de bestaande instituties in hun sector. Zo is het voor gasnetbeheerders moeilijk om groen gas in te passen in hun netwerk vanwege hun verantwoordelijkheid voor veiligheid en leveringszekerheid, en hun grootschalige infrastructuur. Om effectief energietransitie-beleid te maken, moeten beleidsmakers daarom eerst bestuderen hoe bestaande instituties het gedrag van gevestigde organisaties vormen.
Lees ook het artikel in Trouw: Bedrijfslobby dicteert beleid duurzaamheid