Ineke Hoving van het ministerie van Economische Zaken, tevens voorzitter van de werkgroep maatschappelijk verantwoord ondernemen uit het PreDO-programma, vertelde waarom het stimuleren van bedrijven zo belangrijk is (en stimuleren betekent in dit geval ook echt dat de attitude niet opgelegd wordt maar van binnenuit komt): ‘MVO loont. Zij werkt positief en is goed voor de economie.’ Bovendien kan de overheid nooit alleen het milieu verbeteren en armoede bestrijden. Sterker nog, ook op dit terrein geldt dat bedrijven primair zelf verantwoordelijk zijn. Als overheid kun je faciliteren en stimuleren. Een opgeheven vinger zal niet werken. Als overheden bij elkaar moet je natuurlijk wel de taken verdelen. Het Rijk is er vooral voor kennisontwikkeling, maar het zijn de lokale overheden die met de bedrijven om tafel zitten. Ook daar geldt, aldus Hoving, dat je ‘dingen niet dubbel moet doen’. Beter is het om aan te sluiten bij bestaande initiatieven en structuren.
Ondernemersoverleg
De gemeente Tholen is een goed voorbeeld. In vier sessies worden ondernemers via het Ondernemersoverleg Tholen ingewijd in duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er doen al dertig bedrijven mee. Weliswaar organiseren de gemeente en de provincie Zeeland de sessies en wordt voor de inhoud ook de Hogeschool Zeeland ingeschakeld, maar het zijn vooral de ondernemers zélf die aan het woord komen.
Om al van een attitude-verandering te spreken is het nog een beetje vroeg, vindt de gemeente. Het stimuleringstraject is immers nog maar halverwege. Maar intussen gloort er al leven voor de periode ná de proeftuin: ‘We zouden heel graag naar een duurzaam ondernemersnetwerk willen van bedrijven op Tholen.’
Overigens, hoe krijg je zomaar dertig bedrijven bij elkaar? ‘Een beetje doorbellen vanuit het gemeentehuis’, zo blijkt. Wat daarbij helpt is dat gemeentebestuurders, bijvoorbeeld een van de wethouders, openlijk steun geven aan het initiatief. Een beetje publiciteit doet de rest.
De gemeente Heerhugowaard zet een platform voor MVO op, waarin ambtenaren en bedrijven de dialoog aangaan. Dit jaar worden drie themabijeenkomsten georganiseerd. De thema’s – vooral op milieugebied – zijn in overleg met de bedrijven gekozen.
In het begin was het best even lastig. Het kostte enige moeite om de plaatselijke bedrijvenkring over te halen, maar nu hebben zich toch zo’n 25 bedrijven aangemeld. Het vervolg ‘moet nog groeien’, zoals het heet. ‘Dat moet óók vanuit de bedrijven zelf komen’, zegt en verwacht de gemeente.
Vernieuwende aanpak
In de provincie Gelderland wordt met het bedrijfsleven gezocht naar een duurzame oplossing voor bedrijven die op hun huidige plek overlast geven. Verplaatsing is echter een moeilijk proces. Dat kost heel veel geld en vergt veel energie. Duurzaam ondernemen kan in dit geval ook staan voor een vernieuwende aanpak bij het oplossen van inpassingsproblemen.
De provincie is nu zover dat drie bedrijven ‘mogelijk mee willen doen’. Overigens dienen niet alleen bedrijven te worden overtuigd, ook intern is nog wel enig missiewerk te verrichten. Zo staan de vergunningverleners en handhavers niet meteen te springen bij de nieuwe experimentele lijn. En het gevoelige proces wordt ook gemakkelijk doorkruist als een gedeputeerde in het openbaar al met een politieke oplossing komt.
Maar bij elkaar is het wel een mooi voorbeeld van ‘de nieuwe rol die je als overheid kiest’, vindt ook EZ. Immers, je probeert er met elkaar op een duurzame manier uit te komen – en daarmee een oplossing te creëren voor een reëel bestaand probleem. Dat probleem is dat als je niets doet, de bedrijven zéker verplaatst moeten worden.
Voor en door ondernemers
‘Laat bedrijven elkaar het verhaal vertellen’, suggereert de provincie Flevoland die dit jaar vijf themabijeenkomsten vol ‘inspiratie voor de toekomst’ organiseert. Het zijn bijeenkomsten voor en door ondernemers die aansluiten bij de wensen en behoeften van de bedrijvenkring. Nog voor de eerste pilot bij een grote drukker is daar duidelijk naar gevraagd.
Het goed organiseren van bijeenkomsten kost veel tijd. Meer dan vantevoren was ingeschat. ‘Soms voel ik me net een organisatiebureau’, verzucht een van de drijvende krachten achter deze interessante proeftuin. Aan de andere kant weet de provincie dat het om een samenspel gaat. Zoals gezegd, het is ook interessanter dat bedrijven elkaars verhaal horen dan dat een overheidsorganisatie hen vertelt wat ze moeten doen.
Even terug naar Zeeland. Daar stimuleert de provincie met een zogeheten ‘MVO-blikopener’ het duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen het midden- en kleinbedrijf. Dat gebeurt via een vertrouwde intermediair, namelijk de ondernemersvereniging. De plaats: een klein theatertje, waar de aanwezigen na een drempel van 100 euro goed van spijs en drank worden voorzien. ‘Werkt perfect’, weten ze in Zeeland.
Maar hoe smakelijk je het aanbod ook maakt, de vraag is wel of het de betrokkenen menens is. Het voorlopige beeld is wisselend. Sommigen zijn nog erg afwachtend. Anderen zijn al ‘goed bezig’, al kun je als overheid moeilijk controleren welke acties er uit de mooie woorden voortkomen. MVO kan immers ook window dressing zijn: je scoort ermee op de eigen site en naar de klanten toe als je aangeeft hoe verantwoord je wel niet bezig bent. Maar collega’s en vakgenoten dienen ook bij het proces te worden betrokken.Voor de begeleider van de zeven Zeeuwse bedrijven is dan ook de vraag hoe je, vanuit de bijna individuele begeleiding, in bredere kring interesse voor het thema wekt.
De gemeente Groningen heeft daar gedeeltelijk een antwoord op. Zij is, direct voor ondernemers, in het late najaar pontificaal met een MVO-plein aanwezig op de jaarlijkse bedrijvenbeurs voor Noord-Nederland.
Tips en trucs
Welke benadering werkt en welke niet, vroegen de overheden met hun proeftuinen voor MVO zich hardop af. Zijn er tips, trucs? Of is iemand ongewild weleens in een flinke valkuil terechtgekomen?
‘Dat gebeurt als je een bureau inschakelt die vervolgens helemaal haar eigen gang gaat’, zegt een van de betrokkenen. Dus is het een must om vooral zelf de touwtjes in handen te houden en ook te vertrouwen op de eigen kennis en contacten. Zeker voor het opstellen van een projectplan is grondige kennis van de lokale en regionale praktijk en cultuur onontbeerlijk. Die zit over het algemeen bij de gemeente. Dáár begint de kans om zelf mee te denken en mee te sturen. (Hetgeen overigens niet wil zeggen dat een beetje adviesbureau geen inhoudelijke betrokkenheid aan de dag kan leggen, haasten anderen zich te zeggen.)
Een tweede gebod: je moet bedrijven wel wat te bieden hebben. ‘De websites over MVO vliegen je om de oren. Maar wat heb je bedrijven werkelijk te bieden?’, luidt de vraag die elke overheid die in dit onderwerp duikt, zichzelf behoort te stellen.
Conclusies
Tijd voor een paar voorzichtige conclusies. Derk Hueting van CE Delft, die de workshop voorzat, signaleert in elk geval dat overheden eerder vooral bezig waren om te vertellen hoe het allemaal wel of niet zou moeten. In de proeftuinen is echter terug te zien dat overheden nu meer proberen ‘het proces te faciliteren en bedrijven aan elkaar te laten vertellen wat duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen is, zodat zij elkaar aansteken met het MVO-virus. Dat laatste bepaalt het succes van deze projecten’.
Hueting is verheugd dat overheden met energie en lef dingen oppakken en daarbij nadenken over hun eigen rol: ‘Ik zie niet meer een betweterige overheid, die vertelt wat MVO is, maar een overheid die aanhaakt bij bestaande structuren. Bij netwerken zoals de Kamers van Koophandel, een ondernemerskring, een beurs.’
Verder doet het Hueting deugd dat in geen van de proeftuinen zulke grote knelpunten worden ervaren dat het project zelf stokt. Natuurlijk kost het moeite om bedrijven erbij te krijgen, maar het lúkt uiteindelijk wel. Daarom zou het ook zonde zijn om, wat nu wordt opgebouwd, met het aflopen van de proeftuinen in het late najaar en het PreDO-programma aan het eind van dit jaar te laten wegzinken in wat eens goede bedoelingen waren. Vooralsnog wint echter het enthousiasme over wat je ermee teweeg kunt brengen. De kunst is nu om het opgebouwde vast te houden. Dat is ook een vorm van duurzaam ondernemen!
Klaas Salverda